Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Het einde van de toewijding

Een van de meest pregnante ontwikkelingen van de afgelopen vijftig jaar is de individualisering van de maatschappij. Veel meer mensen dan vroeger wonen alleen en leven een eigen bestaan, waarbij ze natuurlijk wel allerhande contacten hebben, maar zonder zwaarwegende verplichtingen aan te gaan. Dit alles lijkt ingegeven door de veronderstelling, dat het leven als zodanig de moeite waard is en dat er alles aan gelegen is er zoveel mogelijk uit te halen. De waarde van het leven wordt niet gekoppeld aan de ander, of aan een hogere instantie, een het eigen leven overstijgend doel dat na te streven valt.
Geheel in lijn hiermee is de tendens, het lichaam te koesteren, de gezondheid als het hoogste goed te achten, de wensen en verlangens die in je opkomen boven alles te bevredigen en in zoveel mogelijk zaken het genot te zoeken. Je leeft immers maar een keer en daarom moet je proberen zolang mogelijk en zo intens mogelijk te leven. Zonder ziekte en zonder problemen. Zonder allerlei fnuikende weerstanden en onoverkomelijkheden.
Je hebt een eigen verantwoordelijkheid voor het bestaan dat je leidt en als je gevangen blijft in een bepaald stramien dan roep je de ellende over jezelf af. Groei is het sleutelwoord, en aan die groei is geen eind, zelfs als bejaarde is er nog van alles te ontdekken en zijn er talloze nieuwe, betekenisvolle ervaringen op te doen.
In deze optiek heeft ziekte dan ook een zin. Het moet wel, want het leven is alles wat je hebt. Zelfs het ellendigste leven moet een boodschap krijgen, want als het als zinledig wordt bestempeld dreigt het gevaar dat het leven zelf onder de loupe genomen moet worden en de waarde ervan ter discussie moet worden gesteld. Dan kan blijken dat de idylle van 'groei' een illusie is, dat het najagen van allerlei nieuwe, enerverende ervaringen een teken is van innerlijke leegte, dat het afdoen van zieken, minder bedeelden en getormenteerden als in een slachtofferrol zich wentelende mensen een stuitend ontlopen van verantwoordelijkheid is, van gebrek aan toewijding en het miskennen van het ego overschaduwende doelen en belangen.
Let wel, ik pleit niet voor de terugkeer van een godsdienstige moraal die de mens onderschikt aan waarden die onmenselijk en onwezenlijk zijn. Het gaat mij niet om nieuwe deugdelijkheid en al helemaal niet om het herstel van normen en fatsoen. Maar wat ik node mis is de overgave, de toewijding aan een wereld en werkelijkheid die de strikt persoonlijke belangen in sterke mate relativeert en het leven de motivatie geeft die bij het leven hoort; niet het behoud van het leven maar de opheffing ervan is wat het leven de kracht geeft om iets over te dragen, om iets toe te voegen. Leven is meer dan innemen, consumeren, ervaren, ondervinden. Leven is uiten, weerspiegelen, ontmoeten, delen, voeden. Leven is uiteindelijk wat je geeft, en als je het bestaan als doel op zich beschouwt misken je de aard van het leven zelf, dat pas tot bloei komt door zich als middel in te zetten. Leven is een middel. Het doel van het leven ligt buiten mij en heeft niets van doen met zelfbehoud. Zelfbehoud is hopeloos, uiteindelijk loopt het slecht met ons af, niemand ontloopt de dood, en niemand is immuun voor ziekte en ellende. Die tegen de klippen op te willen bestrijden is zinloos, het is louter uitstel van executie. En niet alleen dat, het is vaak het echec van het leven dat geen leven meer is, dat alleen nog maar in dat zelfbehoud kan bestaan, dat niets meer toe te voegen heeft. Als daar de waarde uit moet worden gepeurd, is de armzaligheid troef.
Misschien moet je er depressief voor worden om tot dit inzicht te komen, ik weet het niet, maar het is mij duidelijk dat er weinig aan zelfbehoud gelegen is en alles aan behoud van de motivatie om iets te doen, om de wereld in te gaan en iets mede te delen, iets over te dragen, iets in jezelf op te heffen en in feite van lucht te voorzien. Je moet om besef van leven en waarde te hebben iets naar buiten tillen, en dat kost kracht, daarvoor is een bepaalde mate van overgave nodig, van toewijding aan de wereld. De wereld moet dit nochtans willen ontvangen, de wereld moet een open wereld zijn. En daaraan schort het. Met achterdocht ontvangt men liefde, omdat men niet meer gelooft in de onvoorwaardelijkheid ervan. Dat is wat ons in deze tijd opbreekt: we kunnen niet meer ontvangen zonder ons genomen te voelen en niet meer geven zonder terug te eisen. We hechten een te groot belang aan ons eigen bestaan, al het andere moet ervoor wijken, de liefde zelf inbegrepen.

Schrijver: Anton van Amerongen, 19 oktober 2003


Geplaatst in de categorie: maatschappij

2.5 met 12 stemmen 1.425



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)