Ik wil een boek schrijven
“(...)
- Ik wil een boek schrijven.
- Een boek? Waarom?
- Nou, ik wil kwijt waarmee ik zit. En volgens mij heb ik iets te vertellen.
- Ik heb dat altijd als zeer opdringerig en verwaand gezien. Wat zouden anderen met mijn gedachten en meningen willen? Meestal hebben ze toch al genoeg aan hun eigen sores. Vroeger wilde ik ook wel eens een boek schrijven. Ik ben er ook wel een paar begonnen, maar ik heb er nooit eentje afgemaakt. Ik schaamde me... het idee dat ik het beter zou weten, was niet bevorderlijk voor mijn schrijverschap. Ik ben ook teveel mensen tegen gekomen in mijn leven, die iets goeds deden met en in hun leven. Zou ik die de les moeten lezen...?
- Nee, nee, dat bedoel ik helemaal niet. Ik dring me toch niet aan hen op. Als het in de winkel ligt, dan kunnen ze toch zelf kiezen om er geld aan uit te geven. De stapels boeken die ik gekocht heb, heeft niemand me verplicht te kopen. Bovendien, als ze vrijwillig iets lezen, kunnen ze de schrijver toch niet betichten van opdringerigheid? Dat zou wat zijn. Dan gooien ze het boek maar bij het oud papier.
Wat ik wil, is door te schrijven een stukje kennis voor het nageslacht achter laten, eventueel voor mijn tijdgenoten Dat wat ik denk te weten, wil ik ventileren. Eigenlijk hoop ik er ook reacties op te krijgen, wie weet groei ik er weer door. De tijd van studie, van vechten op de achtergrond, is achter de rug. De tijd voor daden is aangebroken. Net als Boeddha, die na de eenzame beproevingen met zijn leer begon.
- Je zou jezelf eens moeten horen. Weet je wel wat je zegt? Volgelingen... Kennis ventileren. Dat kun je toch ook in gesprekken doen. Dan heb je bovendien gelijk respons.
- Ja, maar als ik schrijf, bereik ik veel meer mensen. In een klap. En wellicht ook mensen, die oren hebben naar wat ik te zeggen heb. Want de interesse is ver te zoeken.
- Hoe zou dat nou komen? Misschien verkoop je wel lariekoek.
- Nee hoor, dat zie ik anders. Een hoop mensen denken nauwelijks over iets na, in ieder geval de mensen die ik geregeld tegenkom. Ze hangen elke avond voor de televisie en kijken van links naar rechts en van rechts naar links de kanalen af, zoeken een spelprogramma of een show, laten zich entertainen door een actualiteiten rubriek en praten vervolgens de hele volgende dag over hetgeen ze de hele avond “beleefd” hebben. Als ik tegen die mensen begin te praten, haken ze zuchtend af omdat ze het of niet volgen of niet herkennen van de voorgaande avond. Wat dat betreft is de televisie weer een betrouwbare graadmeter voor het gemiddelde publiek in het land. Marketing, vraag en aanbod. Die mensen wil ik niet eens bereiken, want die kun je niet bereiken. Vergeefse moeite. Daar worden bouquet reeksen en Perry Rhodans voor geproduceerd. Het mag niet te gemakkelijk voor ze worden gemaakt.
- .... Hmm. Dus je mikt op knappe koppen, die verder kijken dan hun neus lang is. Die zichzelf respecteren en zelf hun boontjes doppen. Eigenwijze betweters, die vaak gefixeerd zijn op hun vakgebied en zeker geen tijd hebben om zich bezig te houden met zogenaamd stichtelijke dingen. De carrière zou in het geding kunnen komen, let wel. Van die groep hoef je zeker niets te verwachten.
Of de geestelijken, die alleen iets lezen ter bevestiging van hun eigen overtuiging. Ze zoeken vocabulaire om hun eigen standpunten te verdedigen door andere gedachten als illustraties van het verderfelijke te gebruiken.
Of de filosofen. Die trekken zelfs hun eigen standpunten in twijfel. Wetenschappers willen bewijzen. En wat kun je nou bewijzen, jongen. Je eigen mening, je eigen ervaring is onaantastbaar voor anderen.
Andere schrijvers. Concurrenten. Politici. Die stelen alleen maar je gedachtegoed. Sociologen. Je bent slechts een eenling. Psychologen. Die hebben al teveel moeite met zichzelf of met hun patiënten om zich te laten inspireren door andere boeken dan hun studieboeken. Religieuze mensen hebben al hun bijbel of koran. Er blijft niet veel over.
- Wat ben je negatief, zeg. Je gooit hier een aantal generalisaties op tafel, dat had ik niet van jou verwacht.
- Realiteit.
Nonsens.
- Kijk dan in de geschiedenis. Echte wijze mannen zijn zo zeldzaam en die bestierden zichzelf. Goethe, Rilke... Leonardo Da Vinci, Dante..., noem ze maar op. Het lijkt een hele rij, maar ze leefden wel verspreid door de tijd.
- Ja, maar ze hebben toch ook geschreven.
- Niet voor anderen.
- Hoe weet je dat? Dat hebben ze je toch niet verteld.
- Wacht. Wacht. Nu wordt het tijd dat ik je iets laat zien.”
Geplaatst in de categorie: kunst