Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Een levenwekkend woord

Het eerste hoofdstuk van het nieuw-testamentische bijbelboek Johannes duidt "God" aan als "het Woord": "In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord wás God. Dit was in den beginne bij God. Alle dingen zijn door het Woord geworden en zonder dit is geen ding geworden dat geworden is. In het Woord was leven..."

Dit even mysterieuze als magistrale begin van het Johannes-evangelie weerklinkt op een verrassende manier in een fragment uit het boek van Jeremy Campbell, getiteld "Homo grammaticus - de informatietheorie als de grammatica van de natuur" (Agon, Amsterdam, 1988, blz. 79-80). Campbell legt verband tussen aan de ene kant de menselijke taal (die ideeën overdraagt en daardoor impuls is voor veranderingen, eerst in het denken en als gevolg daarvan ook in het handelen) en aan de andere kant de genetische code. Genen, zegt hij, moeten we in de eerste plaats beschouwen als informatie en pas in de tweede plaats als scheikunde. Hij haalt dan de Engelse bioloog Goodwin aan. Deze schrijft:
"Aristoteles had gelijk, toen hij beweerde dat zulke zaken als vormgevende ideeën, in zeker opzicht verschillend van de gewone fysieke materie, de ingewikkelde en buitengewoon gevarieerde, vormgevende processen van de levende natuur moeten leiden. We weten nu dat dit verschil ligt in de symbolische aard van de genetische code en in het opmerkelijk ingewikkelde systeem waarover de cellen beschikken om deze te vertalen. Door genetische symboliek kan levende materie beperkingen opheffen die worden opgelegd door natuurlijke wetten.(...) De symbolische aard van het genetische materiaal levert de vrijwel onuitputtelijke voorraad van mogelijke genetische toestanden voor de evolutie, aangezien symbolen op heel veel verschillende manieren naast elkaar kunnen worden geplaatst om nieuwe 'uitspraken' te leveren, nieuwe, toetsbare hypotheses."

Het treffende van deze beschouwing is, dat evolutie hier wordt opgevat als een "talig" creatief proces: symbolen vormen woorden, woorden vormen zinnen, zinnen verwoorden ideeën, ideeën worden uitgewisseld en in onderling verband gebracht. Zo ontstaat een verhaal, een ontwikkeling. De evolutie presenteert zich als een verhaal dat nog voortdurend verder geschreven wordt.
Campbell schrijft:
"Bepaalde fundamentele overeenkomsten tussen genen en de taal staan niet ter discussie. Een gen is een segment van de DNA-boodschap en bedraagt bij mensen ongeveer een miljoenste van haar totale lengte. Het bestaat uit een reeks chemische symbolen, ongeveer zoals een zin wordt gemaakt met letters uit het alfabet. Dit alfabet is natuurlijk veel kleiner dan het taalalfabet. Het bestaat uit slechts vier letters: A staat voor adenine, G voor guanine, C voor cytosine en T voor thymine. (...) Het genetisch alfabet van een muis is hetzelfde als dat van een konijn of een olifant. Op zeer kleine uitzonderingen na is de code universeel. (...) De reeksen chemische symbolen, de bases A, G, C en T, geregen langs het DNA-molecuul, zijn mogelijkheden. Eiwitten zijn de verwezenlijking van die mogelijkheden. (...) Eiwitten vormen de "betekenis" van de genetische boodschap. Ze zijn nauw met de werkelijkheid verbonden, omdat ze het wezenlijke materiaal zijn waarvan vlees en botten worden gemaakt. (...) Men zou kunnen zeggen dat DNA het woord is en de eiwitten de daad zijn..."

Ik kom in de verleiding het bovenstaande op te vatten als een soort wetenschappelijke parafrase van de hierboven geciteerde tekst uit Johannes: "Alle dingen zijn door het genetische Woord geworden en zonder dit genetische Woord (deze "wordingsopdracht", dit "bouwplan") is geen ding geworden dat geworden is. In het genetische Woord was leven..."
Het is een merkwaardige gedachte dat met de vier letters van het genetisch alfabet het gehele leven in zijn onuitputtelijke verscheidenheid is geschreven en nog geschreven wordt.

Campbell schrijft verder: "Wanneer een virus een cel binnendringt, is de verovering gemakkelijk doordat het virus, hoewel een buitenstaander en een buitenlander, hetzelfde symbolensysteem gebruikt als de door hem geïnfecteerde cel. Het virus kan zijn eigen informatie gebruiken om die van de cel te ontkrachten en over te nemen, zodat de cel dan gehoorzaam energie en grondstoffen gaat aanvoeren die het virus nodig heeft om zichzelf te reproduceren. Het is alsof de soldaten van Napoleon voor de poorten van Moskou allemaal vloeiend Russisch gesproken zouden hebben."
En dit lijkt dan wel weer een natuurwetenschappelijke parafrase van de paradijsmythe (Genesis 3) over de zondeval, de nog altijd actuele strijd tussen goed en kwaad: het constructieve, scheppende woord dat leven wekt, maar dat vervalst wordt door het destructieve woord dat doodt.

Schrijver: N. Wamelink, 19 november 2004


Geplaatst in de categorie: filosofie

1.4 met 11 stemmen 945



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)