Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Waarheen zijn we onderweg? (4)

Aflevering 3 van dit essay eindigde met de veronderstelling (op grond van bepaalde waarnemingen) dat de evolutie gericht is op de vorming van steeds complexere gehelen die meer zijn dan de som van de delen. Met andere woorden: er zijn gegronde redenen zijn om aan te nemen dat de ontwikkelingen van de wereld met alles wat erop en eraan zit inclusief de menselijke soort zich niet lukraak voltrekken, maar een duidelijke richting hebben!
De volgende vraag luidt: áls het dan zo is dat de wereld zich in een bepaalde richting ontwikkelt, zit daar dan een stuwende of sturende kracht achter?

Zoals eerder opgemerkt: ik ben van mening dat we de “gerichtheid” waarvan hier sprake is nog niet meteen "finaal", dus "doelgericht" mogen noemen. Hoewel ik wil proberen aannemelijk te maken dat er een stuwende (of sturende) kracht is die in evoluerende richting werkt, toch aarzel ik, uit te spreken dat er kennelijk een bedoeling achter zit en dat er (dus) een Bedoeler (Designer) moet zijn die de richting bepaalt. Het feit dat ik de vraag openlaat of het een stuwende of een sturende kracht moet heten, onderstreept die aarzeling.

Een "sturende kracht" doet denken aan iets of iemand búiten onze werkelijkheid die de ontwikkelingen bínnen onze werkelijkheid bepaalt: een "deus ex machina". De aanname daarvan, louter ter verklaring van de verschijnselen, is natuurlijk een armoedebod en stelt dan ook als zodanig in wetenschappelijk opzicht niets voor. Terecht zegt Van Melsen in zijn al eerder door mij genoemde boek "Evolutie en Wijsbegeerte":
"Toch hoort de grote meerderheid der biologen niet graag de term finaliteit gebruiken als het over de verklaring van de evolutie gaat. De reden ligt voor de hand. Finaliteit doet hen altijd denken aan het beheerst worden van de evolutie door een metaphysical agency, een natuurwetenschappelijk niet grijpbare factor."
Door de eeuwen heen is het onverklaarbare vergoddelijkt, op goddelijke rekening geschreven. Gods handelen diende als stoplap om de gaten in onze verklarende redeneringen op te vullen. Geen wonder dat die god steeds terrein moest prijsgeven naarmate de wetenschap terrein won. God in competitie met de wetenschap, dat lijkt ook mij geen aantrekkelijk concept.

Bij de term "stuwende kracht" kunnen we ook denken aan een kracht die de ontwikkelingen binnen onze werkelijkheid van bínnen uit richting geeft als scheppende causaliteit. Kun je dan spreken van een "deus in machina"?
Als reactie op deze vraag wil ik graag een fragment citeren uit een in dialoogvorm geschreven essay van Raymond M. Smullyan, getiteld "Is God een Taoïst?"

In een bepaalde fase van een denkbeeldig gesprek dat een sterveling met God voert, merkt God op:
"Mijn rol in het wereldplan (als men deze misleidende uitdrukking mag gebruiken) is straffen noch belonen, maar het proces begeleiden waardoor alle bewuste wezens de volmaaktheid bereiken."
De sterveling vraagt:
"Waarom zei u dat het een misleidende uitdrukking was?"
God antwoordt:
"Wat ik zei, was in twee opzichten misleidend. In de allereerste plaats is het onjuist te spreken over mijn rol in het wereldplan. Ik bén het wereldplan. Ten tweede is het net zo misleidend te zeggen dat ik het proces waardoor bewuste wezens verlichting bereiken, begeleid. Ik bén het proces. De oude taoïsten zaten er niet ver naast toen ze zeiden dat ik (die ze "Tao" noemden) geen dingen doe, maar dat dóór mij alle dingen gebeuren. In meer eigentijdse termen uitgedrukt: ik ben niet de oorzaak van het Kosmische Proces, ik ben het Kosmische Proces zélf. De nauwkeurigste en vruchtbaarste definitie van mij die de mens kan formuleren - althans in zijn huidige stadium van evolutie - is, denk ik, dat ik het verlichtingsproces zelf ben. Omgekeerd kunnen degenen die willen denken aan de duivel (al zou ik willen dat ze dat niet deden!) hem definiëren als de ellendig lange tijd die het proces kost. In deze zin is de duivel noodzakelijk; het proces kost gewoon enorm veel tijd en daar kan ik absoluut niets aan doen. Maar ik verzeker je dat als het proces eenmaal beter wordt begrepen, de smartelijk lange tijd niet meer zal worden beschouwd als een wezenlijke beperking of een kwaad. Men zal haar juist zien als het wezen van het proces zelf. Ik weet dat dit voor jou, die zich nu in de eindige zee van lijden bevindt, een schrale troost is, maar als je je deze houding eenmaal eigen hebt gemaakt, zal je eindige lijden beginnen te verminderen - en uiteindelijk verdwijnen."

"Deus in machina." Dat wat wij aanduiden met het woord "God" ís het wereldplan, ís het proces, ís de weg, ís de scheppende oorzakelijkheid. Is het niet merkwaardig dat het taoïsme hier raakt aan de woorden van Jezus, wanneer deze als representant van het goddelijke zegt (Joh. 14:6): "Ik bén de Weg (de Tao), de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader (de ultieme verlichting?) dan door Mij."

Teilhard de Chardin schrijft in zijn essay “De geest van de aarde” (1931): "De Liefde is de meest universele, de meest geduchte, de meest mysterieuze van de kosmische energieën." Dat lijkt mij redelijk in overeenstemming met de woorden van Johannes: "God is Liefde en die in de Liefde blijft, blijft in God en God in hem."

Samenvattend: het begrip "God" is synoniem met "het Proces", dat synoniem is met "de Weg", die synoniem is met "de Liefde". Ziedaar wat we naar mijn mening (ondanks alles wat we heden ten dage om ons heen zien gebeuren) mogen beschouwen als "de stuwende kracht die het geheim is van de scheppende causaliteit".

Schrijver: N. Wamelink, 1 juni 2005


Geplaatst in de categorie: filosofie

3.9 met 8 stemmen 1.005



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)