Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Het Sprookje van Thomas

Er was eens een klein jongentje dat Thomas heette. Hij woonde bij zijn vader, zijn moeder was al jong gestorven. Maar nu was ook zijn vader de molenaar nog ziek geworden. Zijn vader dacht “Wat moet er van mijn jongen worden als ik er straks niet meer ben? Hij zal honger lijden en eenzaam zijn, ik moet hulp vragen”. Hij bad de goede god om wijsheid. In zijn droom van die nacht verscheen een kraai en een prinsesje. De vader riep in de ochtend Thomas bij zich. Hij zei “Ik maak het niet lang meer, jongen. Geef de molen aan de goede buurman en ga voor dat geld op zoek naar een kraai. Die zal je de weg wijzen naar de prinses. Dan zal je weer gelukkig worden”. Hij sloot de ogen en werd niet weer wakker.

Thomas was erg verdrietig en radeloos. Hij zat drie dagen bij het bed en weende bitter. Toen kwam de buurman om te vragen waar het meel bleef. Thomas vertelde wat er was gebeurd en herinnerde zich wat zijn vader had gezegd. De buurman troostte hem en gaf hem eten en drinken.

De volgende dag vertrok Thomas en liep de wijde wereld in. Waar kan ik nou toch een kraai vinden?, dacht Thomas en keek omhoog naar de blauwe lucht. Hij ging in het gras zitten en dacht “Laat de kraai mij maar vinden”. Even later kraste de schorre stem van een zwarte vogel met een oranje snavel hem in het oor. “Krak ra, ach arme jongen, daar ben je, ik zal je kra kra, wel helpen de prinses te vinden, loop maar achter me aan. De kraai vloog vooruit en Thomas rende zo hard hij kon achter hem aan, richting het kasteel.

Het was al avond toen Thomas en de kraai het kleine vervallen kasteel bereikten. De poortwachter hield hen tegen maar de kraai zei met luid krassende stem “Bezoek voor de koning en zijn prinsesje Marlies, aan de kant allemaal”. Met knikkende knieën ging Thomas het kasteel binnen, want hij was een beetje bang voor wat hem te wachten stond.

Vol ontzag keek Thomas naar de koning die konijnenbout aan het eten was, het vet droop langs zijn kin en hij keek een beetje achterdochtig uit zijn ogen. Maar daarnaast, oh hemeltje, een schat van een jong prinsesje met rode wangetjes en bruine ogen en een prachtig kapsel met een kroontje er op. De kraai kraste even en riep toen “Hier is een nieuwe vriend voor de knapste prinses van het hele koninkrijk, hij is maar alleen en kan mooi dichten en kan de prinses ook zelf leren dichten. De prinses begon te stralen. Het was nog lang geen voorjaar en ze verveelde zich een beetje.
“Wat zal het voorjaar brengen
Hoe zal het voorjaar zijn
Als alle prinsesjes weer borduren
En vrolijk zijn”
riep de Kraai en Thomas keek de prinses recht in de ogen. Haar hartje smolt voor de wees en zij beval Thomas haar hand te kussen en aan het feestmaal deel te nemen. Ze werden bevriend en Thomas leerde haar dichten, de kraai bleef ook om hem te helpen.

Ze leefden alle drie nog lang en gelukkig.

Schrijver: foppe oostenbrug, 11 december 2005


Geplaatst in de categorie: vriendschap

3.6 met 5 stemmen 1.972



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)