Scheidsrechters
Vanavond zag en hoorde ik bij Talpa de heer Luinge fluiten. Hij leidde de 'topwedsrijd' PSV – Heerenveen.
Na een minuut of 13 was de wedstrijd eigenlijk al voorbij omdat Luinge op de rand van het strafschopgebied van de Friezen een overtreding van een mij onbekende, jeugdige Heerenveenspeler niet alleen met een strafschop maar ook met een rode kaart bestrafte. Ik vraag mij af hoevelen in die situatie ook maar gedacht zullen hebben aan een rode kaart. Ik in ieder geval niet.
Er zitten zo’n dertigduizend toeschouwers in zo’n stadion, die door zo’n beslissing gedupeerd worden. Natuurlijk zal een scheidsrechter in aperte gevallen waarbij een laatste verdediger een doorbrekende of doorgebroken speler vloert een rode kaart moeten trekken, ook al vindt de overtreding in de eerste minuut plaats. In dit geval liep de doorbrekende speler zover van het doel dat er geen sprake was van een opgelegde kans. De aard van de overtreding aan de rand van het strafschopgebied was niet ernstig: 145 in een gros. Het was een jeugdige speler met zeer weinig eredivisie–ervaring: allemaal omstandigheden die de man van dienst er toe hadden kunnen leiden genade voor recht te laten gelden. Met een gele kaart had hij kunnen volstaan zonder dat er een haan naar gekraaid zou hebben.
Maar zo is Luinge niet: bij hem lijkt de wedstrijd om Luinge te draaien, waarbij de toeschouwers van ondergeschikt belang zijn. Zijn manier van fluiten berust op een consequentie die hoe loffelijk op zich ook tot vervelende consequenties kan leiden: de wedstrijd is in wezen afgedaan.
Het aanvoelen van de wedstrijd - waaraan de kosmopolitische Leo Horn volgens de overlevering zijn wereldvermaardheid te danken had - is er bij provinciale Roelof helaas niet bij.
Een voordeel bij Luinge vind ik dat we niet aan zijn onpartijdigheid hoeven te twijfelen: op zijn manier kan hij iedere wedstrijd van iedere club naar de Filistijnen helpen.
Wat ik beroerder vind zijn partijdige scheidsrechters. Die zie ik nog wel eens fluiten bij lagere amateur-elftallen en bij jeugdige teams. Het zijn clubscheidsrechters die het belang van hun club stellen boven ‘waarheidsvinding’. Ik denk dat menige vader en moeder langs de lijn zich wel eens heeft moeten ergeren aan zo’n aperte thuisfluiter. Die zijn ook consequent maar dan in het consequent uitleggen van alle gebeurtenissen op het veld in het voordeel van hun eigen club. Genant…
Natuurlijk geldt dit een kleine minderheid van de vrijwilligers die hun tijd besteden aan de arbitrage. Maar in mijn visie moeten partijdige arbiters zo snel mogelijk het veld ruimen: welke sport het betreft (van voetballen tot schaken) en welke club het betreft (van PSV tot Sc. Heerenveen)!
#*#
Schrijver: Dagschrijver, 21 januari 2007Geplaatst in de categorie: sport