Even lekker beurtbalken
Een 70-jarige Duitser die zijn hele leven al in Zwitserland woont, moet een taalcursus Duits volgen. De autoriteiten eisen dat omdat de bejaarde Ulrich Kring uit Dielsdorf de Zwitserse nationaliteit aanvroeg.
In hetzelfde bericht las ik dat zo’n taalcursus voor Nederlanders ook geen kwaad kan, want het overgrote deel van de autochtone Nederlander kent het woord “beurtbalkje” niet. Omdat u waarschijnlijk deel uitmaakt van dit overgrote deel: het is het balkje dat de boodschappen van onze voorganger scheidt van de onze.
En weet u wat het grappige is: de asielzoeker die een inburgeringcursus heeft gedaan, die heeft het beurtbalkje gewoon in zijn woordenschat zitten. Want daar is het verplichte lesstof, dat balkje.
Nou als ik een buitenlander in Nederland zou zijn, dan zou ik die schat koesteren. Ik zou het woord te pas en te onpas gebruiken. Want het beurtbalkje geeft status. Het komt overal van pas. In de supermarkt, maar ook als kruiwagen in een sollicitatiebrief. De zin “In mijn vrije tijd spaar ik beurtbalkjes” zal in de toekomst zeer zeker vaker gaan voorkomen in deze tak van briefschrijverij. En laten we eerlijk wezen, een betere manier om je taalgevoel te etaleren is er niet.
En dan kom ik aan bij de spreekwoorden die onherroepelijk gaan ontstaan.
- Hij heeft een grote beurtbalk: iemand met een talenknobbel
- Er wordt geld over de beurtbalk gegooid: er liggen onzinnige zaken op de lopende band
- Een beurtbalk voor de kop hebben: met vanzelfsprekendheid voordringen
Zelfs het werkwoord “beurtbalken” wordt een hit. Let op mijn woorden. Wat het betekent?
OH-en over een beurtbalk…
Geplaatst in de categorie: taal