HerfstSonate (2)
Ik ben van de natuur.
Ik ben de vogel wiens koers lastig stand houdt in de wind.
Ik ben het blad dat van de bomen waait,
Woest als felle woorden, waaiend over straat.
Een afgescheurde tak, niet ver van de moederstam,
Ik snak naar adem.
Ik ben de zware wolken jakkerend door de hemel,
Loodgrijze regen die maar niet vallen wil.
In golven sleep ik modder van mijn bodem mee,
Rek mij uit, strek, houd even stil
Om dan weer terug te duiken in woest kolken.
Ik ben de storm in een glas water.
De volle maan jaagt op mij in de nacht.
Ik ben de kleuren van het blad,
Oker geel, ambrozijnrood
De regen ruikt als zoete wijn.
Ik kan niet anders dan mij overgeven
Vastgeklonken in waar ik uit geboren ben.
Alleen overgave kan mij kalmeren.
Ik ben van de natuur.
Ridicuul zijn de gedachten aan een eigen wil.
Ruisend, blad verliezend toon ik naakte kaalheid.
Ik kan er blind op vertrouwen dat
Schijnbaar sterven, verkleuren, verwaaien tot stilte
Wanneer de storm is geweest zuchten wij zacht.
Geplaatst in de categorie: jaargetijden