Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

H.H. ter Balkt ontslapen

Eerst een sonnet opdragen aan
de oorspronkelijke, organische, nuchtere en
geest verrijkende dichter H.H. ter Balkt
die vorige week is ontslapen:

Slechts één keer heb ik hem gehoord, de Balker
Hij trad toen op in Groningen in een schuur
Zijn zware stem klonk als vulkanisch vuur
Hij was toen al een gretig klankverschalker

Onhandig met zijn lijf, maar virtuoos
met sappiger-dan-leven-dige woorden
met bont-barokke beeldende akkoorden
doopt' hij zijn pen in gifgroen eendenkroos

Zijn poëzie-taal moet je hardop horen
want anders mis je 't liederlijk gezang
dat fermenteert en borrelt in je bloedbaan

Zijn sprankel-geest volgt onbegaanbare sporen
Net kroop hij uit zijn schulp gelijk een slang
Kijk zijn komeet eens door de zonnegloed gaan!


Bij H.H. ter Balkt snap ik als geen ander
dat rijmen zijn taal alleen maar zou verzwakken.
Het metrum wil niet in de pas lopen.
Heeft z’n eigen meester te volgen
Gelukkig maar. De natuur gehoorzaamt je niet,
heeft haar eigen verloop.
Die danst niet naar het fluiten van de slagersjongen.
Hoeft niet mee te doen aan de revue.
Is organisch, eigenzinnig, weerbarstig.

Aan het eind van deze column het gedicht: HOUT
dat hij als Habakuk II de Balker schreef begin jaren '70
(Habakuk, een slingerplant die zich overal doorheen wringt)

Het lijkt me het mooist om H.H. ter Balkt zelf aan het woord te laten:

(over zijn jeugd)

In de familie werden smakelijke verhalen verteld
door marskramers, vertellers,
zigeuners, kozakken, dronkaards.

(over zijn gloeilamp gedichten)

Mens als gloeilamp, gloeilamp als mens:
een broos gebruiksvoorwerp
met een bepaalde gemiddelde levensduur
waarmee het op een mens lijkt
een ding van menselijke makelij
doet aan mensen denken
symbool van rechtvaardigheid en waarheid
voor de uiteindelijke verdwijning
lampen hebben iets hemels
hangen hoog boven de mensen
ze slaan je gade
leiden naar het woordje mystiek in de een of andere vorm

varkens zijn de dichters onder de dieren
aardappel is platvloers en blijmoedig

(over dichten)
het gedicht is veel verstandiger dan jijzelf
dichten is voelbaar: onder stroom staan, spanning

de dichter weet niet veel
soms staat het helemaal stil
hoe je ook peinst en denkt
met denken schiet je niks op

de wereld is oud

mijn poëzie doet heel goed z’n best, net als ikzelf

zo weinig mogelijk kunstmatige prikkelingen van buiten toe laten
onwetendheid is de zuiverste bron
(zuiver is doodgekookt, drooggekookt zou Deelder zeggen)
tot/met de vijftigers was er een betere tijd

daarna: onoplettendheid, dwaasheid, teveel lawaai, teruggelopen intelligentie

dat je toch moet proberen om de wereld te veranderen als het kan
je weet niet of je het kunt of doet

bij dichten moet je een haak slaan in jezelf
dichten heeft te maken met geschiedenis en tijd

omdat ik het echt meen

ik vind dichters niet zo belangrijk als de dichtkunst
die vind ik een stuk belangrijker
het gaat erom wat je maakt
nieuwsgierigheid naar de maker is overbodig


Hout wordt een kast, rook, een klok
Groen bed vol knop en jonge loot
Dak waarin de voorjaarswind ruist
Hout wordt een Noors huis op de bergtop dat kraakt
Trappen, omhooggaand en afdalend naar de vergeten kelder

Het kan huilen, hout, met tranen
van brandbaar hars, rijp voor vuur
Anders dan onze tranen die zout zijn

Donker spint het najaar
wit lentehout onder de schors
bouwt trouw jaarring na ring
zijn binnenste zandloper

Kon je hout zijn, mens, je was zo gelukkig

Houthakker en houtzager brengen geen einde
Val van de boom is hemel voor hout
Word je van het veld gesleept uit het bos
het gras wuift je na:
houd maar moed

Zonder je takken aan
geur je uitzinnig

Schrijver: Ton Hettema, 21 maart 2015


Geplaatst in de categorie: overlijden

5.0 met 1 stemmen 191



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)