It ken net
Het zou als laatste stuiptrekking van de Werfst ( de winter die eeuwig herfst is) onverwacht toch nog Siberisch worden. De Russische Beer gromde in het oosten en werd in alle media rond geroeptoeterd. Legendarische tijden braken aan. Strenge tot zeer strenge vorst in de nacht en ochtend. Koude bovenluchtbellen die onze kant op werden geblazen. Verontrustende pluimen die nauwelijks dieper konden zinken. Echte schaatsers kregen bij voorbaat lichte verhardingen in hun thermobroeken bij de gedachte aan de tocht der tochten, zou die dan toch nog ?
En zo niet dan toch zeker natuurijs, toertochten, overwerk voor de scharensliep.
Zo kregen we het twee weken van tevoren al warm van de voorpret.
En toen kwamen de waarschuwingen. Bejaarden die zonder jas in hun scootmobiel de straat opgaan. Doorstaande wind. Levensgevaarlijk, hou ze tegen, sluit ze op! Eind is niet in zicht. Sla noodrantsoenen in!
Een heel volk terug bij juf Ank;
‘Als het koud is buiten, dan doen we? Maledief?’
‘Een das om en een muts op, juf’ Heel goed kinderen!
En daar was ie weer: De gevoelstemperatuur! Grafieken met windsnelheden en graden vorst die gingen leiden tot verontrustende windchill.
Maar ja de Luts bij Dokkum, of weet ik waar, kabbelt nog lustig door. Hier en daar is er een baantje open. De rayonhoofden kunnen de Black en Dekker in de schuur laten hangen. Bewolking neemt toe, dooi is nakend, het sneeuwt, nog twee nachtjes met hooguit matige vorst en dan hebben we het weer gehad.
Het is zo langzaamaan een nationale hobby geworden. Huiveren bij voorbarige weerporno, aangeslingerd door een heel bataljon opgewonden beroepskoffiedikkers die in hun sensatiezucht over elkaar heen buitelen.
Zondag 13 graden, Lente!
Daar gaan we weer.
Geplaatst in de categorie: actualiteit