De passagier
Gisteravond zat ik in de trein van Utrecht naar Groningen toen bij Zwolle een autist tegenover mij kwam zitten. Dat is natuurlijk een schandelijk vooroordeel. Hij zei ‘hoi’ tegen mij en bedoelde te vragen of er een plaats vrij was, voorwaar voor een autist een ingewikkelde manier om iets te vragen. Ik groette terug en hij ging zitten.
Hierna legde hij uit dat hij naar Drachten ging en beter via Heerenveen had kunnen rijden, maar dat hij deze trein beter vond dan de dubbeldekker die richting Leeuwarden reed. ‘O ja?’ vroeg ik in alle onschuld, ‘wat is het verschil dan?’ Nou, hij pakte meteen uit: betere stoelen, bredere stoelen, meer loopruimte, stillere motor, ik weet het allemaal niet meer. Om niet helemaal achterlijk te lijken gaf ik toe dat hier meer hoofdruimte was, hetgeen hij grif beaamde, maar het zou heel goed kunnen dat hij dat al had genoemd en alleen maar vriendelijk was. Want dat was hij.
Daarna vroeg hij of ik op zijn tas wilde passen, want hij moest naar de WC. Geen probleem, zei ik, want ik bedacht dat ik toch moest wachten tot de trein in Groningen was en bovendien had ik allang besloten dat hij geen terrorist was. Ook een voordeel, geef ik toe. Hup, weg was hij. Niet veel later kwam hij terug. Ik was ondertussen aan het lezen en zijn blik verraadde mij, dat hij dat niet heel goed vond te verenigen met op zijn tas passen. Maar misschien las ik in zijn blik meer mijn schuldgevoel dan iets iets wat hij dacht, je weet het niet als je het niet vraagt.
Maar op de een of andere manier kwamen we toch weer aan de praat. Hij vertelde dat hij naar Rotterdam was geweest. En Den Haag en daar een uurtje op de tram had rondgereden. En dat hij bijna van vier kanten Zwolle was binnengereden. Het werd een beetje een intrigerend verhaal dus vroeg ik hem hoe hij zoal had gereden. Terwijl hij vertelde, maakte ik een kaartje, zodat ik u nu kan vertellen wat het was: met de bus van Drachten naar Heerenveen – verder met de trein naar Zwolle – Rotterdam – terug naar Amersfoort – via Schiphol verder naar Den Haag – een uurtje op de tram in Den Haag – verder met de trein via Schiphol en Almere terug naar Zwolle – verder via Arnhem naar Roosendaal en terug naar Zwolle – en nu zat hij met mij in de trein naar Groningen. Vandaar zou hij de bus nemen naar Drachten waar hij woonde. Hij vond het jammer dat hij van Rotterdam bij Amersfoort al richting Den Haag was gegaan, in plaats vanuit Zwolle, want dan was hij op één dag Zwolle vanaf vier richtingen binnengereden en nu maar drie. Hij zat op meer dan 1.000 kilometer. Hij vertelde me het exacte aantal kilometers, maar dat heb ik niet genoteerd. Ook niet de records die hij al had, zoveel kilometer op een dag in één treinstel, meer dan vijfhonderd, begrijp ik.
Hij studeert in Groningen, bestuurskunde, zei hij eerst, omdat de meeste mensen dat kennen, maar het bleek dat hij juridische bestuurskunde studeert. Ik heb aan dezelfde faculteit recht en bestuur gestudeerd, vlak nadat het was omgedoopt van juridische bestuurswetenschappen. Nu is het juridische bestuurskunde. Alle drie even goede benamingen, maar elke nieuwe professor moet een nieuwe naam. Vandaag spreekt hij Bert Marseille en die ken ik ook. ‘Doe hem maar de groeten’, zei ik en dat gaat hij doen. Hij vroeg of hij een foto mocht nemen als bewijs dat hij mij had gezien. Ik mocht hem wel – die foto heeft hij genomen.
Bij het schatten hoe ver we ongeveer voorbij Assen waren, legde hij me uit dat we nog niet bij de beruchte bocht waren. De beruchte bocht klinkt wat cryptisch, maar ik was oud genoeg om te kunnen schatten waar hij het over had. Hij verklaarde zich overigens vrij snel nader. De beruchte bocht is de bocht waar treinstel 747 stil stond. Treinstel 747, het nummer wist ik natuurlijk niet, was 300 meter te laat gekaapt door de Molukkers, waardoor hij in de bocht stond.
Volgens hem had Van Agt uitgelegd dat de bestorming nodig was, omdat diverse psychologen het aannemelijk vonden dat de Molukkers gek zouden worden en zouden gaan schieten. In zijn ogen meende ik te lezen, dat hij heilig overtuigd van de deskundigheid van de psychologen was. Zelf twijfelde ik dat psychologen die niet direct met de kapers spraken een zo harde uitspraak zouden kunnen doen. Zoveel ervaring hadden Nederlandse psychologen ook weer niet met kapingen. Het is dan moeilijk om eigen angsten en onzekerheden niet mee te wegen in je adviezen. En ik denk ook dat het goed mogelijk is, dat Van Agt het niet aandurfde en de schuld later aan de psychologen gaf. Daar heeft een politicus ambtenaren voor, nietwaar, en psychologen. Je zal als politicus maar zeggen, dat er niets zal gebeuren en het loopt ineens toch uit op een schietpartij. Dat fnuikt je politieke carrière enorm!
En omgekeerd – als je als overheid gaat schieten en bijna alle Molukkers doodt, zal niemand kunnen bewijzen dat het anders niet uit de hand was gelopen. Maar goed, dat zei ik niet. Ik zei alleen dat de 747 eigenlijk een vliegtuig was. Ja, dat vond hij ook. En, zo voegde hij toe, nadat het treinstel was kapotgeschoten is hij gerepareerd en is het treinstel weer in dienst genomen.
Vandaag gaat mijn medepassagier naar Bert Marseille om te praten over zijn scriptie. Die gaat over waarom sommige spoorlijnen wel en andere niet zijn aangelegd. Hem en Bert kennende verwacht ik een degelijke scriptie.
Ook een vooroordeel.
Geplaatst in de categorie: hobby