Het kan besproken worden, maar het staat niet ter discussie
Het was woensdagavond. Buiten was het relatief koud, voor het gevoel althans. Mensen die over het Plein liepen deden dat vermoedelijk alleen omdat het echt nodig was: met dit weer zit men immers liever in een café of thuis voor de buis.
Binnen, in de plenaire zaal van de Tweede Kamer, was het een en al bedrijvigheid: het debat over de recentelijk uitgekomen CPB-cijfers over de staat van onze economie was gaande. Achter het katheder van vak K, het vak waarin het Kabinet altijd zit, stond Jan Peter Balkenende, onze Minister-president. In een betoog, bestaande uit lange wollige zinnen, gaf hij, althans zo deed hij voorkomen, antwoord op de vragen die de fractievoorzitters in hun termijn aan de regering gesteld hadden.
Op een goed moment kwamen zowel Femke Halsema van GroenLinks als Alexander Pechtold van D66 naar voren. Zij bevroegen Balkenende of het afschaffen van de hypotheekrenteaftrek ook ter discussie zou komen te staan bij het zoeken van oplossingen om de crisis aan te pakken. Balkenende wilde “niet vooruitlopen op de mogelijke uitkomsten”, zo zei hij. “Het zou besproken kunnen worden, maar het stond zeker niet ter discussie”, zo vervolgde hij zijn reactie. Vreemd, waarom zou je iets dat niet ter discussie staat toch bespreken, terwijl je het al zo druk hebt met het zoeken naar maatregelen? Maargoed, dat is de logica van onze Jan Peter.
Het debat modderde, zonder noemenswaardige uitkomst, op deze manier nog even voort tot iedereen het mooi geweest vond en huiswaarts ging, in de wetenschap dat het de volgende dag donderdag zou zijn; de laatste vergaderdag voor het reces.
Geplaatst in de categorie: politiek