Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

Hemel monologen (2)

Toen mijn jongste broer botkanker kreeg, bad ik me een ongeluk om zijn genezing. Hij was 15 jaar en een goede jongen. Beurde de mensen op met zijn grapjes. Ik geloofde toen nog sterk in een alziende God die kon ingrijpen in persoonlijke levens. Zouden al die duizenden mensen op het Sint Pietersplein dat ook nog steeds geloven?

De band met een dierbare is volstrekt uniek. Stem, gebaren, gezichtstrekken, blikken en woorden, daden, zowel goede als foute, specifieke humor en karakter – ze maken die iemand Iemand, dus onvervangbaar. En de herinnering aan een overleden dierbare koester je.

Als tweejarige peuter zat mijn jongste broertje bij mij op schoot. Ik maakte mijn meetkunde huiswerk maar hij pakte mijn pen vast en krabbelde secuur over het papier, zodat mijn trapezium een auto werd.

Wetenschappelijk gezien is het onzin om te verwachten dat je een overleden dierbare ooit weer zult zien. Maar het christelijk geloof belooft dat wel en voedt de hoop op een onwetenschappelijk wonder.

De mens is in staat om de prachtigste ideeën uit de koker van zijn verbeelding te toveren. 40.000 jaar geleden tekenden oermensen al hele verhalen op grotwanden. Ze krabbelden met verf en maakten van buffels goden. Vanaf de eerste homo erectus ontwikkelden mensen taal, moraal, leden en rouwden zij. Parels van bijbelse verhalen zoals de Barmhartige Samaritaan en de Verloren Zoon kunnen een oeroude literaire bron hebben. De 200.000 jaar oude menselijke historie kent talloze uitingen.
Wellicht is de wens om de overleden soortgenoot terug te zien de vader van vele literaire gedachten. Bood het dan geen troost om ons een hemel te wanen? Gaf het dan geen moed om door te gaan met het keiharde aardse leven als je kon hopen herenigd te worden met je overleden dierbare?

Schiep God de mens, of creëerde de mens God?

Ondanks dat ik me 333 slagen in de rondte bad voor zijn genezing, stierf mijn jongste broer na een lijdenstijd van anderhalf jaar, vier weken na zijn zeventiende verjaardag. In de armen van zijn geliefden, dat gelukkig wel. Het was op een vroege ochtend en de merels zongen dat het een lieve lust was.
Zijn laatste uitspraak was: ‘wat er ook gebeurt, de vogels blijven zingen.’


Zie ook: http://www.gedichten.nl/Knottnerus

Schrijver: George Knottnerus, 29 maart 2013


Geplaatst in de categorie: literatuur

4.0 met 8 stemmen aantal keer bekeken 323

Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Hendrik, 12 jaar geleden
Het lijkt me vooral vreselijk om een broer of zus te verliezen als die nog jong is. Ik kan me levendig indenken dat je je dan afvraagt waarom God niet ingrijpt. Is hij soms doof, hoort Hij je gebeden eigenlijk wel?
Dat zijn vragen waar ik ook geen antwoord op heb. De dood van iemand van wie je houdt is eigenlijk altijd onverteerbaar. Het is trouwens wel te hopen dat onze vragen ooit worden beantwoord.
Jouw verhaal is hoe dan ook ontroerend. Je hebt veel van je broer gehouden.
J.de Groot, 12 jaar geleden
Een heel aangrijpend verhaal George!
En een waarheid als een koe...de vogels blijven zingen, wat er ook gebeurt, dat is een zekerheid waar niemand omheen kan.
Goed gesproken van je broer.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)