Internet
Deze week ging ik een patatje halen.
De zaak was vol, het was warm, avond, wachten...
Dus nam ik een blaadje om te lezen, zorgvuldig de uien en mayo op het tafeltje vermijdend. Het was een magazine van Elsevier. Hoe heette het ook al weer? Juist! Zo heet het.
Zag er aantrekkelijk uit, met voorop een Zelfingenomen Nederlander (ZN-er).
Een jonge vijftiger die het, zoals mijn goede vader placht te zeggen, 'nogal met zichzelf getroffen had'.
Dat neem ik niemand kwalijk. Als het tenminste terecht is. En bij deze man was dat misschien wel zo. Wie weet.
Hij was en is onderzoeker.
En professor (van het Engelse 'to profess': beweren).
Iedereen gaf hem geld.
Grote bedragen.
Stichtingen, overheden, fondsen, prijzen.. miljoenen, tonnen (waarom krijg ik nooit wat? snotter, snotter)
Dat krijgt hij omdat hij iets heel belangrijks doet en daar op de handigste manier kond van doet, bij de juiste geldschijters.
Afijn, mijn geduldige eega wacht op de erkenning die sommige zelfverklaarde genieën pas na hun dood ten deel zal vallen.
Maar rekent er niet op.
Kan het altijd meevallen, zoals mijn dierbare moeder zaliger zou zeggen.
Hij, deze meneer, ik ben zijn naam kwijtgeraakt toen ik met open ramen en alvast wat patatjes snoepend naar huis reed, doet onderzoek naar waar het leven vandaan komt.
Het leven van het leven noem ik dat.
Dan ben ik zo dat ik daar zelf ook over na ga denken, zo werkt dat bij mij. En vandaag kwam ik er achter!
Dat zit zo, om half één vannacht ging onze internet-verbinding uit.
Vandaar dat ik nu in de bieb zit te typen.
En vandaar dat het al zo laat is.
Maar u krijgt dan ook een unieke revelatie, zomaar op uw eigen nederlands punt en el. Gratis en voor niks.
Waar professoren beurzen van miljoenen voor krijgen. Maar dat terzijde, ik dwaal af. Van de opwinding.
Ons internet hield er abrupt mee op. Er was een goede reden. We hebben het abonnement opgezegd en daar kwam een hele trein van consequenties achter vandaan. Als een goederentrein die uit een tunnel komt.
Maar dat terzijde, anders dwaal ik nog af.
De prof vertelde dat hij en zijn hele club onderzoekers, die ook heel blij waren met die miljoenen, niet verwachten dat ze de eerste 50 jaar dit mysterie zullen ontrafelen. (Moeten ze maar de columns lezen op nederlands dot nl.)
Ik gun het ze wel, hoor. Ik ben vóór werkende mensen. Mensen moeten iets doen, is mijn opvatting, anders gaan ze maar vileine plannetjes uitbroeien en wordt iedereen ongelukkig.
Maar toen mijn internetprovider de knop omdraaide in zijn centrale, was ik in één keer de levensader, de verbinding met de levensstroom van mijn webgenoten kwijt. En dat was de clue, en dit moet even in hoofdletters:
ONS LEVEN KOMT VAN BUITEN
Als op de plek waarvandaan ons leven komt, onze levensenergie, de knop wordt omgedraaid, van de aan-stand naar de uit-stand, dan zakken we als een lappenpop hulpeloos ineen. Dan houdt het op. Dan is het over. Dan gaat het licht uit.
Dus waar komt dat leven vandaan?
Vanuit een plek in het Heelal waar de grote centrale staat.
Waar de medewerkers precies in de gaten houden wie er een abonnement heeft, en bij wie het is verlopen. Om welke reden dan ook.
Dus beste meneer de professor, houdt u maar op met zoeken op de verkeerde plekken (want wetenschappers zoeken altijd onder de lantaarnpaal naar hun sleutels) (of zoals mijn goede leermeester George Ivanovitsj Gurdieff placht te zeggen: ze zoeken snoeken op zolder), en vraag uzelf en uw medewerkers af waar die plek is in het Universum vanwaar onze unieke menselijke energie die we LEVEN noemen wordt gedistribueerd.
Of maak een verbinding met de collega's van sterrenkunde, filosofie en misschien wel met speculatoren en vrijdenkers als wij.
Geplaatst in de categorie: filosofie
ik ben liever aangesloten op het universum
en de patatjes zijn alleen goed voor het onderhoud van onze machine..