Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Waarheen zijn we onderweg? (2)

De eerste opgave die we ons in de vorige inzending stelden, was aannemelijk te maken dat alle ontwikkelingen causaal bepaald zijn. Een tamelijk absurde opgave eigenlijk. Het gehele bouwwerk van wetenschap en technologie, al het menselijk denken en handelen is gefundeerd op de hechte samenhang van oorzaken en gevolgen. Geen mens gelooft in enig verschijnsel dat door niéts wordt veroorzaakt. Geen mens gelooft in enig verschijnsel dat niéts ten gevolge heeft. Maar toch blijft strikte causaliteit een omstreden begrip. Hoe komt dat? Waarschijnlijk vooral doordat het als consequentie heeft dat dan ook hersenprocessen causaal bepaald zijn; de zgn. vrije wil zou dan geen objectief, maar alleen een subjectief fenomeen zijn. Dat velen dit een onaangename gedachte vinden, is begrijpelijk. Maar dat mag natuurlijk niet als voldoende reden gelden om strikte causaliteit af te wijzen. Wie stelt dat er verschijnselen zijn die zich aan de oorzakelijkheid onttrekken, huldigt een standpunt dat diametraal staat tegenover de menselijke ervaring en zou zich dus verplicht moeten voelen die stelling aannemelijk te maken. En men zou voor de bewijsvoering dan niet moeten aankomen met de onvoorspelbaarheid of onzekerheid van een aantal verschijnselen (bijv. op quantumniveau), want dat is iets anders dan de onbepááldheid die zou moeten worden aangetoond. De uitkomst van een enkele worp met een zuivere dobbelsteen is immers ook onvoorspelbaar, maar niet onbepaald: het ding gedraagt zich keurig volgens de wetten van de mechanica. De wereld zou pas echt en terecht op z'n kop staan als er iets zou worden ontdekt dat zich niét causaal zou gedragen. Wat toeval heet, bestaat alleen in de zin van onvoorzien en onvoorspelbaar, onverwacht en ongedacht, maar niet in de zin van een verschijnsel zonder oorzaak.

Een aardige illustratie van het verschil tussen onvoorspelbaarheid en onbepaaldheid ontleen ik aan een ooit door prof. Galjaard gepresenteerd televisieprogramma onder het motto - als ik me goed herinner - "Alle mensen zijn ongelijk"
Van de naar schatting ruim honderdduizend verschillende menselijke genen, vertelde Galjaard, is inmiddels een respectabel aantal in kaart gebracht. Iemands genetische structuur is in sterke mate bepalend voor zijn/haar lichamelijke en geestelijke ontwikkelingsmogelijkheden. Veel genetische defecten kunnen worden opgespoord. Zulke defecten kunnen oorzaak zijn van bepaalde gedragingen of gedragsstoornissen. Zo heeft men bijvoorbeeld een oorzakelijk verband kunnen leggen tussen een bepaald genetisch patroon en extreem agressief gedrag.
Gevraagd werd: als we iemand genetisch kunnen analyseren, kunnen we dan ook zijn gedrag voorspellen? Antwoord van Galjaard: nee, dat kunnen we niet, want iemands persoonlijkheid is de resultante van erfelijke én omgevingsfactoren. Maar zelfs al zóu iemands persoonlijkheidsstructuur uitsluitend genetisch bepaald zijn en al zóuden alle menselijke genen in kaart zijn gebracht, dan zou er nog niets met zekerheid zijn te voorspellen. Het is de rangschikking, de "compositie" van het genetische materiaal die de genetische structuur vormt.
Tot zover Galjaard. Wie zich er een idee van wil vormen hoeveel persoonlijkheidsstructuren honderdduizend verschillende genen kunnen vormen, moet maar eens proberen in te schatten hoeveel melodieën er te componeren zijn op basis van maar een paar octaven op de toonladder. Anders gezegd: de gedragingen van de mens - en de daarvoor doorgaans noodzakelijke hersenprocessen en wilsbesluiten - worden bepaald door diens genetische structuur (nature) in combinatie met de daarop inwerkende omgevingsfactoren zoals opvoeding, fysieke omstandigheden e.d. (nurture). Wilsbesluiten en gedragingen ontstaan dus in oorzakelijk verband; ze zijn gedetermineerd, maar desalniettemin niet met zekerheid voorspelbaar en daardoor ogenschijnlijk vrij. We zouden kunnen spreken van een virtuele vrije wil.

Het bovenstaande geeft aan hoe we van buitenaf, dus objectiverend, tegen menselijke wilsvorming kunnen aankijken. Moeilijker wordt het te erkennen dat wilsvorming niet vrij is, als we het proces van binnenuit bezien: hoe ervaren we de totstandkoming van onze eigen keuzen en besluiten? We voelen ons verantwoordelijk voor eigen gedachten en daden, omdat we menen dat we ook anders hadden kunnen denken of handelen áls we dat gewild hadden. Dat leidt soms tot vreemde complicaties. De apostel Paulus schreef ooit in zijn brief aan de Romeinen: "Want het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade dat ik niet wil, dat doe ik." Dat gevoel zal iedereen wel eens hebben, maar het zou ons toch niet moeten verhinderen, er kritisch over na te denken. Als we zeggen dat we anders handelen dan we eigenlijk zouden wíllen handelen, dan beweren we daarmee immers dat we een vrije wil hebben (die het goede wil), maar dat we zelf (hoezo: "zelf"?) niet bij machte zijn (dus niet vrij zijn) die vrije wil te effectueren. Om dit onmogelijke dilemma op te lossen, bedacht Paulus het volgende: "Als ik datgene doe wat ik niet wil, dan doe ik het zelf niet meer, maar de zonde die in mij woont." Aardig bedacht, maar niet erg overtuigend! Laten we maar liever toegeven dat de uitspraak "ik deed wat ik niet wilde" een drogreden is. Afgezien van reflexen doen we niets als we niet eerst beslúiten het te doen, maar als we ons dan schamen voor wat we deden (en ook omdat we onze vrije wil graag overeind willen houden) zeggen we soms maar liever dat we iets anders deden dan wat we éigenlijk wilden.

Onze (voor ons functioneren noodzakelijke) subjectieve beleving van vrijheid en verantwoordelijkheid betekent niet dat onze hersenprocessen a-causaal zijn. Als we accepteren dat alle ontwikkelingen in de macrokosmos plaatsvinden langs lijnen van oorzaak en gevolg, dan zou het wat vreemd en wel heel erg antropocentrisch gedacht zijn, om te veronderstellen dat alleen de méns in een uitzonderingspositie verkeert, dus dat alleen de méns zich aan de causaliteit zou kunnen onttrekken. Onze waarneming van de werkelijkheid is subjectief en dus vertekend; we maken er immers zelf deel van uit, kijken er van binnen uit tegenaan en beïnvloeden het waargenomene door de waarneming. Dat neemt niet weg dat we m.i. tot de vaststelling mogen komen dat binnen die werkelijkheid alles met alles samenhangt in een x-dimensionaal, interactief, tijd-ruimtelijk netwerk. Binnen zo'n samenhang lijken acausale, dus autonome processen, inclusief hersenprocessen, ondenkbaar.

Schrijver: N. Wamelink, 28 mei 2005


Geplaatst in de categorie: filosofie

3.1 met 10 stemmen 963



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
N. Wamelink
Datum:
30 mei 2005
Email:
Als er op het voetbalveld een doelpunt wordt gemaakt, betekent dat niet dat de bal het doel had de keeper te passeren. De voetballer die het doelpunt maakte, had die bedoeling. Gletsjerwater dat de zee bereikt heeft (lijkt mij) zelf geen doel, maar bereikt de zee doordat het nu eenmaal van boven naar beneden stroomt, dus door oorzakelijkheid (de werking van de zwaartekracht). Vandaar dat ik schreef: een doel vooronderstelt altijd een bedoeler. Of er een hogere macht is (Great Designer) die dat allemaal zo ontworpen heeft en dus het doel bepaalde (zoals een natuurlijke kringloop) is een kwestie van geloof. Ik heb voor die opvatting alle respect, maar het valt buiten het kader van mijn beschouwing.
Naam:
Rina
Datum:
29 mei 2005
Email:
rinavandijktiscali.nl
Vraag a heb je hiermee beantwoord zonder dat er wat mij betreft een speld is tussen te krijgen!
Wel wil ik even zeggen, dat wat mij betreft smeltend gletsjerwater best de zee als doel kan hebben. Hoe moet anders de kringloop in stand blijven?
Ik kijk uit naar de volgende 3 inzendingen.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)