Ridder zonder faam
Dat voetbal oorlog is, moge dan minder erg zijn dan dat oorlog geen voetbal is, maar slachtoffers vallen er wel degelijk.
In de nacht van de vermakelijke ontmoeting tussen Turkije en Duitsland wordt het laat in het café aan de overkant. Ergens in de vroege ochtend dringt een luidruchtig gelal de slaapkamer binnen. Carnavalesk uitgedoste kroeggangers wankelen over de kade naar hun sloep. Dat gaat met veel misbaar gepaard.
Daar moet je bij mevrouw Van Dooren in het midden van de nacht niet mee aankomen. Ze rukt het raam open en vraagt niet al te vriendelijk of het wat zachter kan.
De dronkenlappen beantwoorden het verzoek met 'kutkankerhoer, kutkankerhoer' en herhalen dat nog een paar keer, terwijl ze hun vuisten ballen naar het slaapkamerraam. Scheldend kiest het gezelschap het ruime sop.
Meneer kijkt het zooitje peinzend na. Het ontgaat hem dat zij wat stilletjes is. Het is niet alleen de verwensing die haar diep heeft gekrenkt. De ridderloze onverschilligheid van haar huisgenoot raakt haar nog het meest. ‘Je had ze toch beschaafd van repliek kunnen dienen?’, oppert ze met tranen in haar ogen.
Hij begrijpt het niet. Waarom zou je een discussie aangaan met een stel dronken idioten? En bovendien: schelden doet toch geen pijn?
‘Mannen noemen ze echt geen kutkankerhoer,’ fluistert ze verwijtend. Maar hij denkt: en wat dan nog, het zijn maar woorden. Hem mogen ze alles noemen. Het raakt hem niet.
Maar daar schiet mevrouw niet zoveel mee op. Het liefst zag ze hem het drietal de gracht in meppen, of de sloep leksteken.
Voetbal is nu eenmaal oorlog en de grote Zidane laat zijn zus ook niet voor hoer uitmaken.
Deze ridder heeft gefaald.
Geplaatst in de categorie: adel
Don Quichotte zou zich natuurlijk belachelijk hebben gemaakt, maar zijn Dulcinea zou hem wél hebben bewonderd.
En daarna zou ze liefdevol zijn wonden hebben gelikt.