Naar typetje!
Arbiter Jack van Hulten heeft van de Commissie van Beroep het voordeel van de twijfel gekregen.
Gelukkig, want als ook de Commissie van Beroep deze leidsman tot 3 wedstrijden schorsing zou hebben veroordeeld, kon deze topscheidsrechter zijn fluit beter aan de wilgen hangen. Volgens mij was zijn functioneren op de velden dan onwenselijk en onmogelijk geworden.
De CvB meldde dat er wel voldoende reglementair bewijs zijn, omdat twee getuigen het gewraakte woord (typhushond) hadden gehoord.
Het meest waarschijnlijk lijkt mij dat Van Hulten Afellay in de oefenwedstrijd Venlo – PSV een ‘naar typetje’ heeft genoemd en dat de jonge PSV-er en de twee getuigen ‘typhushond’ hebben gehoord.
De tuchtcommissie en de CvB zullen de zaak niet taalkundig hebben onderzocht, maar ik zou nagegaan zijn of in Van Hultens actieve woordenpakket ‘typhushond’ zit en of in de passieve woordenschat van Afellay en de twee getuigen het woord ‘typetje’ zit.
Zelf zou ik nooit en te nimmer het woord typhushond gebruiken. Ik ben bij boosheid tot een aantal vervelende daden en uitspraken in staat maar ‘typhushond’? Nee! Bij extreme boosheid zou ik met lichaamsdelen kunnen gaan strooien, onze Heiland aanroepen om mij naar het eeuwig brandende vuur te verbannen, maar ‘typhushond’? Nee.
Afgaande op de verslagen en de beelden kan ik de omschrijving ’naar typetje’ volledig onderschrijven. Afellay voetbalt machtig mooi, een sieraad in de Eredivisie, maar ook mij is het opgevallen dat hij het laatste jaar zich regelmatig een houding aanmeet die ik als onaangenaam ervaar. Ik kan dat ook begrijpen voor een eenvoudige jongen die in korte tijd als voetbalmiljonair door voetvalvolgend Nederland op handen wordt gedragen.
Ik denk dat Van Hulten de Eindhovense aanvaller eenvoudigweg tot de orde heeft willen roepen door zijn gedrag op een adequate manier te kwalificeren: naar typetje!
Maar zo’n woord hoort eerder in een psychologieboek van Jung thuis dan op het voetbalveld en het zou heel goed kunnen dat Afellay en de twee getuigen het woord ‘typetje’(dat niet in hun voetbalwoordenboek voorkomt) gehoord hebben als ‘typhushond’. Men leest wat men denkt te lezen, men hoort wat men denkt te horen.
Ik twijfel aan het feit dat er voldoende reglementair bewijs zou zijn. De CvB heeft zich nu ervan afgemaakt en in mijn visie de scheidsrechter onrecht aangedaan door de zaak niet tot op de bodem uit te zoeken. Dit was kennelijk voer voor taalkundigen en psychologen, niet voor vrije-tijds-juristen.
Geplaatst in de categorie: sport