Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

Onderschat de Amstel niet

Wie vanuit Mokum naar Ouderkerk met als reisdoel de wereldberoemde Ronde Hoep langs de rivier op het gemak denkt sportief roem te garen, neemt het leven - in ieder geval langs deze weg - te licht. Hetzelfde geldt voor wie van mening is dat kronkels op den duur wennen. Beide mensentypen kennen de Amstel niet. Niemand kan er omheen op weg naar Ouderkerk.

Vanaf de Berlagebrug in Amsterdam tot halfweg, de grens bij van ouds uitspanning het Kalfje, lijkt alles nog vrij normaal. Af en toe bochtig. Niets dat de pret lijkt te drukken. Puntgaaf kanaliseert de stroom zelfs tot lijnrecht langs het Amstelpark.
‘Dat hoeft ook weer niet’ denkt misschien de argeloze reiziger tuk op een ietsiepietsie sportief extraatje. Want oh wat ligt die wind daar altijd hopeloos stil. Echt niet alleen in de lente achter groen geboomte en struikgewas zoals dat welig tiert in dat park.

Een bedrieglijk voorspel. Pas daarna belazert de rivier de onnozele kluit en raakt de fietser of wandelaar op zijn minst volledig ibbel. Zij of hij slingert gewoon met die historische stroming maar een eind weg mee met wendingen. Abrupt of nog enigermate te voorzien maakt niet uit. De ervaring is steevast die van plots onomkeerbaar en op de geestelijke en lichamelijke integriteit van reizenden gericht.

De gevolgen zijn legio en complex door diversiteit en gebrek aan zingevende samenhang. Alles komt tezamen als warwinkel in een onoverzichtelijk plaatje met overvloeiende beelden die onbegrepen eigen wegen gaan. Een hoofd dat breekt en het brein loopt over van niet te plaatsen emoties en gevoelens. Steeds doemen andere plaatjes op om te verdwijnen en dan weer van ver of dichtbij terug te komen.

Neem voorbije bruggen en viaducten,ze komen als de normaalste zaak van de wereld hoe passé ook vers, ja zelfs dichterbij in beeld. Neem de Bijlmerflats, de Amstelveense hoogbouw, de Arena, na tal van wendingen alle bijna aanraakbaar en de reeds ingeslopen wanhoop gaat geleidelijk over tot wat men noemt paniek. Mede ook door de schokken waarmee deze narigheid zich opdient.

Neem het Kalfje, grondgebied Amstelveen: komt kilometers en uren verder plots ineens terug in beeld. Het geruststellende weten dat Ouderkerk dichtbij is werkt steeds minder. Het missen van herkenningspunten in steeds wisselende gezichtsvelden werkt funest.
Inprenting van zulke punten blijkt trouwens nog fnuikender. Er zijn getuigenissen over diehards die dagen achterheen op pad gingen. Dachten zich toch achteraf orientatiepunten te herinneren. Afgebroken die lui, nooit aangekomen en nimmer teruggezien.

Gedragsmatig blijkt herhalen het gebrek in geloof in eigen kunnen nog te verdiepen en zodanig zeldzaam achteraf te maken dat getroffenen zich zeldzaam durven laten interviewen. Slechts enkelingen op herhaling die de kracht hadden tijdig andere routen te kiezen zijn bereid en in staat het na te vertellen.
Terwijl er zoveel schoons te zien is aan water- en weidevogels vergezichten koeien bloemen boerenhoeven. Roerdompen reigers futen kuifeenden libellen grassen tongen rieten lelies. Prachtig alle seizoenen. Alsof de duvel met winden speelt echter waait het steeds harder van alle kanten. Eerst zachte zuchtjes met nog redelijk in te ontwikkelen nieuwe normen en verwachtingen te plaatsen winden mee en tegen. Al is er vaak op dat moment al nattigheid met zijwinden.

Bij elke wending even later keert de wind mee in tegen en gaat het doorgaans steeds harder regenen. Vaak met complexe zuiging achter de persoon in kwestie oplopend tot windhoos. Slecht gemonteerde fietsen breken in twee, sterke frames buigen als luciferhoutjes.
Wandelaars gaan de lucht in en terug op de grond weten ze niet meer hoe weg te komen. Bevroren wankelen zij op kiezelpaden langs het water. Waarbij aanblazingen van terzijde tevens de balans bedreigen. Hoeveel naamloze fietsers vielen hier niet om gedeukt rechtsomkeert te willen maken.

Wat in eerste en tweede instantie niet helpt omdat de krachten zich blijven keren. Hoe men ook draait de narigheid komt van alle kanten. Ook lokkende perspectieven zoals van kastelen ginds gebed in groene parken met opgezette gedichten, beeldhouwwerken inkijk van theehuisjes of blote mutsen aan breed uitgemeten buffetten die er moeten zijn maar niemand ooit tot op heden zag, steunen niet meer.

Ouderkerk bereiken betekent afzien van elke zelfsturende gedachte en door gevoel aangedreven hoop of vertrouwen op lustbeleving. Gevraagd wordt overgave aan primaire instincten zoals drang om voort te gaan en aanvaarding vab de dicht geslagen deur naar elke hang richting ommekeer. Terug kan niet meer, de verinnerlijkte vastlegging van dat besef.

Los van de feitelijke vertraging breidt ook de tijd zienderogen uit. Bekend is dat hier een half uur op dieptepunten door zinsbegoocheling weken op polen kan beslaan. Met vaak huiduitslag voor maanden omdat onze krimp- en uitzettingcoëfficiënten het niet bolwerken.

Passeert men eindelijk de molen en ziet men de Ouderkerkse brug en het torentje nog steeds maakt zich geen doldwaze euforie van de reiziger meester. Men zou dat toch verwachten. De betroffene gelooft nu zijn ogen niet. Enerzijds gevangen in ervaringen die inderdaad niet zomaar overgaan. Anderzijds staat een lange rij auto’s op het laatste stuk voor de verkeerslichten onbeweeglijk stil. Bestuurders liggen op apegapen. Zij hebben het gehaald. Dat is al heel wat waar tal van collega’s rechtdoor gingen met een rivier die naar links en rechts kronkelde.
Of omgekeerd, resultaat hetzelfde.

Zij liggen op de bodem om tot roestig schroot te vergaan. Hun inhouden treft een lot waar wuij liever niet van spreken.
Minstens de laatste generaties ging veel ten onder zonder notatie in het drenkelingenjournaal. Niemand weet waar dat journaal ooit is gebleven. Wel staat vast dat tot twintig jaar geleden hier nog veel plezierboten met veel vrolijke dekgeluiden rond voeren. Nu niet meer, zij stootten te vaak te lek op brokstukken onder water.

Vroeger was het ook niet alles maar iets beter. Men voer meestal nog per schip. Naar oude verslagen beschrijven kropen die over de wateren huiverend onder dezelfde soort schrik afgevende verschijnselen. Met extra verstevigde wanden want koers houden was een onmogelijkheid. Het scheelde dat vele oevers nog los aan elkaar zaten. Vaak werden missies zo toch volbracht – met schade die te overzien was. Waarbij niet de striemende winden de hozen of de orkanische krachten de schepelingen het meest tot wanhoop brachten maar de mist.

De schrijver Bertus Aafjes geloofde als twaalfjarige de verhalen niet. Hij scheepte ’s morgens bij een boer te Mijdrecht in op een veeboot naar Amsterdam voor de slacht. Onderweg heeft Bertus niets gezien. Dicht van de mist. Wel gevoeld als het schip weer op een kade bonkte. Hij bad tot God het hele eind om redding, en in het geloei der koeien als medeteken van leven vond hij steun en troost.
De Sint-Willibrorduskerk buiten de Veste op de hoek Ceintuurbaan-Amsteldijk was het eerste voorwerpelijke dat hij kon ontwaren. Tevens zijn bestemming en hij zag de koeien daar uitgeladen. Hij prees zich nog lang gelukkig en zag levenslang in dankbaarheid om.

Om de barre tocht nooit meer te ondernemen.

Schrijver: Jos Zuijderwijk, 23 mei 2009


Geplaatst in de categorie: reizen

2.3 met 7 stemmen 421



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)