Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

Máxima blikt terug op zure appel

Daar stond ze in rood mantelpak van Natan met de sprankelende gouden juwelen. Haar in stijl opgestoken en vastgemaakt met een gracieus rood sierstukje achter. Ze bedacht weer even spijtig dat een kroontje daar daar uitstekend bij had gepast. Haar mantelpak sloot nauw maar niet te nauw aan rond haar hals. Die pierrot-kraag vond de prinses ook nu nog een beetje overdone. Maar – eerlijk is eerlijk - het gaf feestelijk cachet samen met de pofmouwen.
Daar lag het allemaal niet aan.

Máxima ziet zich op haar horloge kijken: ja het was 9 september 2009 9.00 uur plaatselijke tijd. En tovert haar vorstelijke lach tevoorschijn voor de welkomstceremonie. Ze omhelst Hillary Clinton en Michael Bloomberg, burgemeester van New York. Hij oogt op de welkomstceremonie kleiner dan gewoon op bezoek aan tafel met zijn vriendin.
Toch wel stuitend. Hij kijkt ook wat stroef soms, alsof-ie het zelf ook weet van zijn bescheiden positie. Toch goed geregeld. Met die prominenten. De Marine komt weer volgens afspraak met 21 saluutschoten vanaf Hr.Ms. Tromp. Puik punctueel van die jongens.
In de New York Times had gestaan dat het bezoek bedoeld zou zijn 'to observe the 400th anniversary of Henry Hudson’s arrival at what is now New York City.'
Zo is het en niet meer dan dat. Hoe graag men ook anders denkt in Den Haag. Zo mijmert de schone prinses in zichzelf. Wijzer geworden ook.

Ze had met de handen gezwaaid naar de bezoekers. Meest Nederlanders. Jammer toch. Waren we toch eigenlijk niet voor gekomen. Daarna had de burgemeester gevraagd waar de Gouden Koets was. Michael had een meer aansprekende entree verwacht.
‘What else was in your mind’ had zij gevraagd. Hij had het in haar oor gefluisterd: hij had gehoopt de Gouden Koets op het water te zien aanrijden. Met het kroonprinselijk paar hoogmogend uitgedost gedrapeerd in zijden gewaden. Had hij gedroomd. Een droomontvangst.
'Moet kunnen' zei hij er lachend bij. 'Je man (‘that guy Alex’) zit toch in het watermanagement. Of trouwde je soms een sprookjesprins?'

Ze bleef lachen, hoewel het pijn deed. Zijn spot - juist omdat het zo voor de hand lag. Dat was precies waarvoor ze vreesde. Toch al moeilijk gevoel back in the USA. Ze voelde zich uitgelachen door haar vrienden. Chuck van de University in New Haven had het eerlijk gezegd: moderne royalty bestaat niet. De mens is 'by nature' gelijk. Koningen horen in sprookjes en reservaten. Swaziland bij voorbeeld. Cru maar zo was het wel voor yankees. Ze was blij dat ze weer thuis was.

De laatste weken voorafgaand aan de feestweek had ze zich in de geschiedenis verdiept. Ook Maarten van Rossem ten paleize genood. Wat een treurnis. Die Hudson was een Engelsman en voer voor de VOC van Balkenende maar wel precies de verkeerde kant op. Naar Noord-Amerika waar de Nederlanders nog niks te schaften hadden. Hem daarentegen wel vertrouwd.

Hij kwam bij toeval op een nog niet door Fransen of Engelsen gekoloniseerde kuststrook. Dat 'ontdekking' noemen was toen al dubieus uiteraard: de kust was al goeddeels gekoloniseerd. Ja het schip was wel op ontdekkingsreis. Die lui van de VOC wisten niet wat ze ermee aan moesten. Hudson was alweer naar Engeland vanwaar hij rapporteerde. Zijn rapport ging toen naar Amsterdamse huidhandelaren en later naar de WIC. De West-Indische Compagnie, opgericht in 1621 om de pauselijke monopolisten op de Oceanen, Spanje en Portugal, dwars te zitten.

De WIC hield zich vooral bezig met kansen scheppen voor de eigen handel in de West. Dat moest met geweld. Niet zelf, de Republiek hield het leger in eigen hand, anders dan bij het VOC. Piet Hein, zilvervloten inpikken als het even kon. De WIC kende daarbij weinig succes. Tussen wal en het schip.
De Fransen en Engelsen daarentegen wel. Zij kregen vaste voet in Noord-Amerika al tijdens de 16e eeuw. Hadden het monopolie doorbroken. De Nederlanders waren gefixeerd op Spanje – het was tachtig jaar oorlog. Daarnaast hadden ze hier hun handen vol aan de bulkhandel in Europa.

Hollandse bonthandelaren kwamen en later een aantal boeren. Niet veel maar toch. Een gouverneur kwam, een koopman die oorlog ging voeren met indianen. Hij heette Willem Kieft. Een onbeheerst type. Cultuurbarbaar zouden sommigen nu zeggen. Richtte bloedbaden aan bij de Indianen met wie moest worden samengewerkt zonder enig practisch nut tussen 1640 en 1645.

Onze landgenoten gingen voor optimalisatie van de korte termijn winsten. Met weinig tot geen ruimte voor diplomatie kennisname cultuuruitwisseling tact respect vriendschap overleg of andere subtielere facetten. Er werd niet gekoloniseerd zoals de Fransen en Engelsen - die toonden zekere egards naar de indianen.
Het ging in Nieuw-Nederland om de handel in huiden en het eigendom van de grond coûte que coûte. Nederlanders stonden bekend om hun hebzucht en onvermogen inzichten omtrent en contacten te ontwikkelen met inlandse bevolkingen. Beter: om hun onvermogen ze enigermate serieus te nemen als mensen.

Na de Kieft-oorlog zond de WIC de Fries Peter Stuyvesant in 1647 naar ‘Nieuw-Nederland'. Een dwingeland naar alle kanten zonder enig mededogen. Voerde de ‘Perzikenoorlog’ tegen de indianen die hij tegen zich wist te verenigen. Een huzarenstukje. Deze Peter verbruide het bovenal bij alle kolonisten. Niemand was dan ook bereid om met hem te vechten tegen de Hertog van York in 1664. Die voor de kust lag na een aanzegging van z'n broer, Koning van Engeland. Die wilde de boel daar bestuurlijk op orde krijgen. De rotzooi van de Dutches.

Achteraf maar goed ook dacht de prinses. Ze nam zich voor dat nooit tegen haar man of schoonmoeder te zeggen. Stel je voor de Hollanders hadden daar echt een kolonie gevestigd. Dat zou dan allicht ook zo’n boerenrepubliek geworden zijn als Zuid-Afrika. Recht door zee met die handel maar niet gehinderd door scrupules. 'Die contactarmoe herken ik nog steeds', dacht ze, 'waar komt dat toch vandaan dierb're landgenoten'.

Ze zette nog even wat AVRO-DVD’s van alle happenings op. Die brachten wat viel te verwachten: treurnis. Voortdurend weinig inheemse aandacht. De Halve Maen onder vol zeil. New Yorkers die ten bewijze kronen wilden zien. Die makelaar Zadelhoff met z’n boot. Kok aan boord. De ‘Schagenbrief’ dat contract met de indianen dat de onzen voor puur gewin aangrepen. De mix van Parade en Oerol op Governor’s Island – geen instantie ter plekke die er weet van had. Ze wilden het festival allemaal als zootje ongeregeld opdoeken. Halina Reijn actrice leuke meid – toch weg gestuurd. ‘Balen. Hoe is het mogelijk dat de Oranges geen spel van de mens in de speler onderscheiden? Misschien omdat de speelsheid bij henzelf ontbreekt? Daar komt dan vanaf nu verandering in. Change the Oranges.’

Echt leuk vindt ze wel het afsluitend interview met burgemeester Bloomberg(die bij de ceremonie zo mooi zei ‘jullie hebben New York z’n DNA gegeven’). Jan Pieter Hagens vraagt: ‘Whose idea was it to buy a vaas? Was it your idea?’ Waarop malle Bloomsburg volstrekt van de wijs antwoordt: ‘To buy which?’ Waarna de lieve man maar gaat uitleggen wat je er allemaal wel niet in kunt doen. Snoepjes, op meer komt hij niet uit. Maxima draait de beelden steeds terug en ligt in een deuk.

Bij Bloomburgs advies dat we meer reclame moeten maken voor ons standpunt dat wij New York gesticht hebben knikt haar hoofd een beetje verdrietig. Nee. Dat heeft ze nu wel gehad.

Schrijver: Jos Zuijderwijk, 19 september 2009


Geplaatst in de categorie: koningshuis

3.0 met 7 stemmen 383



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)