Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

Akkoorden van vlees

Elke dag begint met strijd. Je ligt heerlijk warm tegen haar aan. Maar dat besef je pas als de wekker dat verstoort. Wekker. Afgrijselijk woord. Wel heel treffend. Wekker. Want dat is ie – dat wrede apparaat. Maar we kunnen niet zonder, tenminste wij niet, ik niet. Zonder wekker zou ik m’n nest niet uitkomen. Zou er niets van de dag terechtkomen. God liet de mens de wekker uitvinden om hem te behoeden voor ledigheid. Hulde aan God.

Goed, de wekker gaat. Al voor de tweede keer. Want die van haar – haar wekker die aan haar kant van het bed staat - was al eerder gegaan. Vijf minuten eerder. Dat weet ze. Wat knap als je heerlijk warm in je bed ligt. Om te weten dat jouw wekker vijf minuten eerder af gaat. Dat je dus nog een herkansing hebt, vijf minuten later als de wekker van je man zal klinken. Dus ging haar hand zonder dat ze het zich realiseerde naar de wekker aan haar kant. Plop. Uit was dat ding. De eerste wekker was uitgeschakeld.

Maar dat betekent – dat besef dringt door in mijn mistig brein – dat de volle verantwoordelijkheid van ons gezamenlijk ontwaken nu bij mij ligt. Als ik mijn verantwoordelijkheid niet neem, kan het zijn dat we allebei wakker worden om tien over acht in plaats van – zoals het hoort – vijf over zes. Dat zou me wat zijn. Ze zal haar trein faliekant missen. Boze blikken van collega’s die op haar rekenen. Te laat op een vergadering. Deadlines overschreden. Een ramp dus.

Ik aarzel. Ik moet eruit. Zal ik mijn benen links van mijn bed gooien? Onder het warme dek vandaan op de koude grond? Het is me hartje winter met ijsbloemen op de ruiten ook gelukt dus nu moet het een makkie zijn. Ik doe het niet. In plaats van flink te zijn is mijn vlees zwak. Mijn rechterhand gaat naar haar linker dijbeen. Wat zacht. Wat warm. Haar huid is veerkrachtig en soepel. Met mijn vingers tokkel ik erop. Knijp erin. Lof aan God voor het scheppen van de vrouw, van haar. Haar linkerhand komt tot leven. Zij beantwoordt mijn gebaar en begint mijn rechter dij te kneden. Ook zij tokkelt op mijn huid. We spelen akkoorden van vlees. Waarom kan dit moment niet nog één minuutje duren? Waarom niet nog één uurtje? Zo blijven liggen. Lekker zij aan zij. Laat de boel toch de boel.

Nee, ga weg satan! De mens moet arbeiden voor zijn brood. Eruit dus. Behalve zij aan zij liggen op een mistige lenteochtend van een werkdag is er één ding nog mooier: werken.

Me zo voor de gek houdend laat ik me uit bed vallen. Maak het ontbijt klaar. Zet de fietsen buiten. Samen racen we naar het NS station. Trein net gehaald. Alleen thuis kruip ik achter mijn pc. Mijn vingers beginnen te tokkelen op het toetsenbord.
God, help me om een column te schrijven.


Zie ook: http://www.gmuitgevers.nl

Schrijver: George Knottnerus, 9 april 2010


Geplaatst in de categorie: huwelijk

4.0 met 12 stemmen 400



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)