Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

Schaafwond

Op de terugweg van een afspraak zie ik de lucht steeds donkerder worden. Ik fiets wat harder maar weet eigenlijk al dat ik het niet droog ga houden. En jawel een paar minuten later kan ik niet meer ontkomen aan de enorme stortregen. Schuilen onder een boom heeft geen zin en verder is er niets, dus ik rijd maar door. Korte broek, t-shirt, sokken en schoenen, ik stop het allemaal wel in de was als ik thuis kom.

Ik ben er bijna, nog even een stukje omlaag en dan gaat het mis. In de bocht knal ik op straat. Ik sta meteen weer op en bekijk mijn fiets. Niks aan de hand. Kleren ook in orde. Alleen een schaafwond op mijn elleboog en onder mijn knie. Ziet er lelijk uit, bloedt en voelt niet helemaal lekker. Maar kom op zeg, in de Tour smakken ze nog veel harder tegen het wegdek. En dat zijn pas kerels met karakter. Die rijden gewoon verder ook al zitten ze van onder tot boven onder de schaafwonden. Soms zie je een vuurrood stuk van een bil door de gescheurde broek heen, en dan toch doorgaan. Ja er zijn er zelfs die nog rondrijden met scheurtjes in botten of andere ongemakken waarvoor ieder normaal mens al in het ziekenhuis zou liggen. Dus waarom zou ik dan moeilijk doen over een paar schaafwonden? Gewoon keihard zijn en die laatste honderden meters fietsend afleggen.

Het lukt en opgelucht zet ik de fiets in de schuur. De buurmaan heeft het gezien. “Ziet er lelijk uit”, wijst hij naar mijn hevig bloedende knie. “Och, ’t is maar een schaafwondje”, zeg ik. “het valt wel mee hoor, ik ben wel wat gewend”. De man kijkt mij een beetje meewarig aan. Maar ik trek mij daar niets van aan. Ik heb hem nog nooit op een fiets gezien en hij zal wel nooit begrijpen wat ik nu zo leuk vind aan het fietsen. Dan kijkt hij plotseling ernstig. “Maar wat heb je daar boven je oog?. Dat ziet er echt lelijk uit. Lijkt me een behoorlijk diepe wond”.
Ik onderdruk de neiging om mijn hand naar de plek te brengen. Nu stoer blijven denk ik. “Oh, ja?' vraag ik quasi onverschillig. “Maar ik heb daar helemaal niets geraakt. Vreemd. Nou ja, ik zal er eens gauw naar kijken”.

Geschrokken loop ik weg. Ik durf niet aan mijn hoofd te voelen. Ik vergeet de pijn aan mijn elleboog en knie. Ik wil nu snel zien wat er met mijn hoofd gebeurd is. Ik voorzie een gang naar het ziekenhuis, wachten, doktersbezoek, verbandje, weer wachten, nieuwe dokter en uiteindelijk hechtingen.
Als ik voor de spiegel sta zie ik het meteen. Een klein stukje van een boomblad. Beetje rood, beetje bruin zodat het net een heel diepe wond lijkt.
Ha, niks aan de hand. Zie je wel. Die schaafwonden stellen ook niet niks voor. Schoonmaken, pleister erop en klaar. Zo doen die profwielrenners dat ook.

Schrijver: Rob Chevallier, 16 augustus 2010


Geplaatst in de categorie: verkeer

3.5 met 10 stemmen 542



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)