Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

Je recht halen kost een beetje

‘Nee,’ zegt mijn vader, ‘dat is niet op te brengen.’ Zojuist legde ik hem telefonisch uit wat een rechtsgang kost.
Hij woont in een serviceappartement. Warm eten en slaapwacht inbegrepen. Maar de vastgoedbelegger die de macht heeft in de serviceflat wil de keuken afstoten en de slaapwachten ontslaan. Mijn vader pikt het niet. Hij wil procederen. Maar daar heeft-ie een advocaat voor nodig. Die kost 200 euro per uur exclusief kantoorkosten en btw. Bij verlies moet mijn vader ook nog eens de kosten van de tegenpartij gaan betalen. Zijn pensioen is net te hoog voor rechtshulp, en zijn spaarpot laat niet toe dat hij 5000 euro betaalt aan rechtskosten.

Als je bonje hebt met iets of iemand kom je er meestal wel uit. Of je laat het zo. Soms is het te gortig. Je stapt naar de rechter. Niet iedereen heeft een rechtsbijstandsverzekering. Die kost namelijk al gauw 250 euro per jaar. Als je meer verdient dan 24.600 euro per jaar moet je alle juridische kosten van een proces zelf betalen. Je recht halen kost niet een beetje maar een vermogen.

Tenminste... voor Jan Modaal dan.

Niet voor de crimineel natuurlijk. Nadat de crimineel de gewone man of vrouw heeft beroofd beroept hij zich op zijn rechten. De wet schrijft voor dat de crimineel recht heeft op een eerlijk proces. Inclusief uiteraard een advocaat die de crimineel bijstaat in de procedure. Maar als de crimineel geen cent te makken heeft - wat veel schijnt voor te komen - wordt hem gratis een advocaat toegewezen. Door het stijgen van de criminaliteit is de pot van gesubsidieerde rechtshulp leeg geraakt. Hierdoor vist de gewone burger achter het net.

En intussen ligt in de achtertuin van de crimineel een potje met zwart geld te wachten op zijn baasje dat vervroegd vrijkomt bij braaf gedrag.

Bij mijn vader gekomen tref ik hem aan in zijn stoel. Een lauwe kop thee voor hem op tafel, de schouders licht afhangend. Tikje terneergeslagen, zo ken ik hem niet. ‘Dat onrecht,’ zegt hij terwijl zijn ogen even opvlammen, ‘daar móét toch iets tegen te doen zijn? We leven toch in een rechtsstaat?’

Ik tuit mijn lippen omdat ik iets bevestigends wil antwoorden. Maar ik zeg: ‘Pap, laat je thee niet koud worden.’
Mijn woorden negerend zegt hij: ‘Ik stap naar de rechter. Ben jij mijn advocaat?’


Zie ook: http://www.gmuitgevers.nl

Schrijver: George Knottnerus, 18 november 2011


Geplaatst in de categorie: moraal

4.1 met 25 stemmen 1.021



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)