Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

De koning te rijk

Er was eens een land met een koning. Het was een klein land, met aan het ene uiteinde een zee en aan het andere dennen, maar ook met kleine bergen en grote problemen. De koning leefde in een groot paleis, drie buitenverblijven en een jacht en kreeg elk jaar miljoenen euro’s van zijn inwoners om zich afwisselend de koning te rijk en God in Frankrijk te voelen, want daar was het dat zijn jacht lag aangemeerd. Een god was hij niet, toch niet volgens zijn vrouw. Zij dichte die rol eerder toe aan Italiaanse charmezangers die haar ‘dolce’ noemden. Zelf had de koning ook oog voor vrouwelijk schoon, getuige daarvan zijn buitenechtelijke dochter die hij een jaar of veertig had proberen te verbergen voor zijn onderdanen, terwijl hij weet dat ze zo tuk zijn op pikante details. In plaats van pikante details moesten zijn onderdanen elk jaar zijn echte kinderen ook nog eens een stevige som geld geven, omdat die arme zielen anders geen inkomen hadden, want er was geen enkele werkgever die hen voor iets anders wilde inhuren dan een driekleurig lint door te knippen ter gelegenheid van de grote opening. Waar de kinderen van de koning zich verder de hele dag mee ledig hielden, daar had men het raden naar, al mocht het telkens een succes genoemd worden als er een week voorbijging zonder dat ze domme uitspraken deden. Eigenlijk kregen ze van de bevolking niks anders dan zwijggeld.

Net zoals de paus kon de koning het niet nalaten om enkele keren per jaar een toespraak te houden. Zo ook met Kerstmis. Vele speculaties deden de ronde over wie die toespraken eigenlijk schreef, al twijfelde niemand eraan dat het niet de koning was. De enige rol die hem werd toegedicht was het eentonig voorlezen van opeenvolgende woorden in een taal die hem vreemd was, op een machine die mensen uit de tv-wereld een autocue noemden. Dan nog wel op een manier waarbij weinig van zijn onderdanen bij bewustzijn bleven. Dit keer echter leek de toespraak duidelijk van de hand van de eerste minister, een clown met een strikje en een naam die rijmde op pipo. Het is geen geheim dat de koning en de eerste pipo beste vrienden zijn, niet in het minst omdat ze goed kunnen lachen om elkaars gebrekkige Nederlands, toch de eerste taal van het land waar ze de plak over zwaaien. Het zal hen oeworst oewezen.

De koning zei dat de inwoners van zijn land zo niet mochten toegeven aan het oprukkend populisme en de schuld van de crisis niet in de versleten schoenen van de vreemdelingen mochten schuiven en ook niet in die van de bewoners aan de andere kant van de taalgrens, die hij niet bij naam noemde, maar hij bedoelde de Oewalen. Hij waarschuwde ook om niet te vervallen in de sfeer van de jaren ’30, toen het populisme jaren later ook al tot niet veel goeds had geleid, tenzij iemand meer goeds kan zeggen over Adolf Hitler dan het genadeschot dat hij zichzelf heeft toegebracht.
Met twee zinnen was de koning erin geslaagd om een groot deel van zijn onderdanen tegen zich in het harnas te jagen. Enkel de paus doet beter.

Schrijver: Johan De Smet, 30 december 2012


Geplaatst in de categorie: koningshuis

4.6 met 23 stemmen 303



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Hendrik Klaassens
Datum:
30 december 2012
Email:
klaassens38zonnet.nl
Ik had al gehoopt dat jouw nieuwste column over de kersttoespraak van de Belgische koning zou gaan, en het gebeurt ook nog. Prachtig, Johan, jij bent echt hartstikke goed in het schrijven van humoristische columns! Ik verkneukelde me echt onder het lezen. Alleen al de manier waarop je de premier beschrijft is kostelijk: "een clown met een strikje en een naam die rijmde op pipo". Gaaf!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)