Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

Pasen

Paaszondag. Iets voor half negen. De lucht is strakblauw, het is koud en doodstil in de buurt, als ik naar mijn volkstuin fiets. Maar de stad is niet helemaal voor mij alleen. In een van de straten trapt een jonge vader een balletje met zijn zoon. De achterklep van hun auto staat open. Het zusje van het jochie is in de weer met een ijskrabber. Het wachten is op moeders en dan de auto in, op weg naar het paasontbijt bij oma, gok ik zo.

'Pap, wij zijn echt de enigen die niets aan Pasen doen', zei mijn dochter de avond ervoor. Het klopt. Het overvalt me, ieder jaar weer. Een vrije dag erbij. Voor de generatie boven mij een welkome vrije dag. Je hoefde niet te werken - wel een keer extra naar de kerk - en het was tenslotte het einde van hun Ramadan van 40 dagen. Gebakken vis op Goede Vrijdag en naar ik aanneem paasbrood op zondag.

Dat ze Jezus ooit flink te grazen hebben genomen wist ik ook. We hielpen als kinderen mijn vader bij het jaarlijks schoon boenen van de beelden in het parochiepark die de kruisgang van hem uitbeelden. Met Pasen kwam familie 's middags op bezoek. Aan dat soort bezoeken deden we niet, want wij hadden geen auto. Als het mooi weer was zaten we achter het huis, in de zon. Vader en ooms in hemdsmouwen en met stropdas. En met een biertje. Mijn oudere broers mochten - even - pijp van opa roken. Die beelden zijn ooit door een oom die een camera had vastgelegd.

Onze kinderen hebben dat als klein kind allemaal moeten missen. Zelf het paaseieren zoeken - naast de kerstliederen zingen en de Koninginnedag de opwindendste gebeurtenissen in de buurt - ging aan ze voorbij. Mijn vrouw en ik verschillen graag van mening, maar over de onzin van dit soort rituelen waren we het altijd verrassend eens. We hebben wel enkele opeenvolgende jaren fikkie gestookt op de moestuin in het paasweekend. Noem het voor mijn part een paasvuur. Dat vond vooral mijn zoon geweldig. Zeker het op natuurlijke wijze doven van het vuur. We hebben trouwens een aantal jaren achtereen met zijn allen aardappelen gerooid. Ik werd daar blij van. De moestuin is mijn ding, maar samen op een mooie zomeravond de voedselvoorraad voor de winter uit de grond wroeten heeft wel wat. Voor mij dan, want op enig moment stond ik ook daar alleen voor. 'Lekker boeiend, pap.'

Het is nog steeds stil in de stad. Nu en dan passeert een hardloper of een peloton fietsers de tuinen. Ze zijn niet op weg naar de kerk. Het onderweg zijn is de nieuwe religie. Wie wel nog in de kerk komt doet dat vóór Pasen, om de Matthaus Passion te beluisteren. Het valt me op dat ik nog geen kerkklokken heb horen luiden. Ik pak de spitvork, schiet in mijn klompen en ga de tuin te lijf. Vak C moet om, het veld voor de aardappelen. Met wat mazzel ben ik op tijd weer thuis. Niet voor de paasbrunch, maar voor de visite. Daar is geen ontkomen aan.

Schrijver: de Thuistoerist, 6 april 2015


Geplaatst in de categorie: actualiteit

3.8 met 10 stemmen 303



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)