Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

Haat

Mijn buurman gaf mij door de heg een verschrikkelijk boek. Meer dan duizend pagina’s ellende. Het was een redelijk droge geschiedenis van de concentratiekampen in Duitsland 1933-1945.

Natuurlijk weet je dat dit de plaats is waar de mens zich ongeveer het meest onbeschaafd heeft gedragen, maar je leert toch bij.

In de eerste plaats dat de kampen niet voor Joden zijn gebouwd, maar voor vijanden van Hitler. Duitse communisten en sociaaldemocraten waren de eersten die in 1933 de kampen van binnen zagen. En daar werden ze slecht behandeld, dat zeker. Vanaf het begin werden mensenrechten buiten beschouwing gelaten, maar de gevangenen hadden nog kans te overleven en werden soms ook nog vrijgelaten.

Ook de tweede groep die ergens rond 1935 binnen kwam, waren geen joden, maar kleine criminelen en werklozen. Mogelijk joden en joden stonden vanaf het begin onderaan de hiërarchische ladder, maar de kampen waren ervoor om misdadigers een les te geven.

Het hele bestaan van de concentratiekampen was niet zozeer gemotiveerd uit de behoefte van straf of, later vooral, moord, maar vooral vanwege angst. Hitler was doodsbenauwd voor een herhaling van de vernederende vrede van Versailles die door de dolkstoot in de rug van sociaaldemocratische politici, deels joods, was toegebracht aan de lang niet verslagen Duitse legers in de Eerste Wereldoorlog. Om een dergelijke dolkstoot te voorkomen moest iedereen die in principe bereid was de dolk ter hand te nemen, vroegtijdig uitgeschakeld worden. Aanvankelijk vooral gevangen gezet. Daarna kregen ze werk waarbij de overlijdenskans groot was. Mensen met een geestelijke afwijking waren de eersten die structureel werden vermoord – zij konden immers toch niet werken. En daarna kwamen de zieken aan de beurt. En daarna de mensen die in beginsel ziek waren: homoseksuelen bijvoorbeeld. Pas in 1942-43, toen de nederlaag steeds dichterbij kwam, werden de massamoorden, inmiddels ook joden, opgevoerd tot de onmenselijke proporties waar ze bekend van zijn geworden.

Mijn les is dat niet zozeer haat, maar angst de motor voor het moorden was. De SS, in al haar gepoch, was vooral bang. En na het plegen van zoveel moorden hadden ze natuurlijk goede reden om bang te zijn. Wie van de SS niet hard genoeg mee deed, kon door zijn collega’s belachelijk worden gemaakt en sommigen belandden zelfs ook in de kampen. En overleefden het ook niet. Ze waren dus al bang voor elkaar. Maar ook voor de gevangenen die zo nu en dan erin slaagden een SS-er te vermoorden of in opstand kwamen. En tenslotte waren ze natuurlijk bang voor wat er met hen zou gebeuren nadat de oorlog verloren was. Ze waren doodsbenauwd.

Angst is gevaarlijker, gevaarlijker dan haat. Haat is hoogstens een gevolg van angst. Dus we zouden een wet moeten maken die een verbod zet op angst-zaaien.

Schrijver: Jan R. Lønsing, 17 december 2015


Geplaatst in de categorie: geschiedenis

4.0 met 6 stemmen 170



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)