Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

Gedachten over Genialiteit

Ik luister naar strijkkwintetten KV 516 & 614 die uit de ether zijn geplukt door Wolfgang Amadeus Mozart. Het eerstgenoemde staat in de toonsoort van g-mineur, het andere in es majeur.

Buiten is het net begonnen met zachtjes regenen na een ongewoon warme laatste maartse middag. De tijd is half twaalf 'savonds.
De dagelijkse verkeersstroom is bedaard. Af en toe overstemt nog een verlate vrachtwagen de verfijnde klanken van de kwinkelerend nachtegalende violen, die in parallelle tertsen over de beide sonore altviolen en de brommende cello zweven in het koepelgewelf van de muzikale hemel waar Amadeus het liefst vertoefde om zijn liefde voor schoonheid van nieuwe impulsen te voorzien.

Net als wij, net als ik, voerde hij een voortdurende strijd met de verscheurende krachten van hoog en laag: geef aan de keizer wat des keizers is en aan god wat god toebehoort.
Misschien dat hij daarom de twee voor hem karakteristieke namen droeg: Wolfgang voor de geslepenheid en zelfzuchtigheid die ons doet overleven in de jungle van de maatschappij, en Amadeus de onbaatzuchtige, openhartige liefde voor datgene wat goddelijk is. Datgene wat natuurlijk is, onaangetast door de vergiftigende, kortzichtige bemoeizucht van de mens.

Het is een strijd die kan leiden tot innerlijke twijfel en verscheurdheid, wanneer dit duivelse en hemelse dilemma niet herkend wordt voor wat het is: de grootste opdracht die we hier op aarde uitgedaagd worden op te lossen.

Zen meester Sosan noemde dit in zijn nagelaten overlevering (het Boek van Niets) Noch Dit, Noch Dat.
Ik denk dat grote kunstenaars, waaronder componisten als Mozart en zijn geestgenoten, Alchemisten, Schilders, Architecten-Bouwmeesters, Poëten, Dramaturgen etc., onze 'Westerse' equivalenten zijn van de 'verlichte' meesters uit het 'Oosten'.

Een duidelijk verschil tussen deze belevingswerelden (Oost en West) denken we te vinden in het idee dat het ultieme streven van de Oriënt erop gericht was/is zichzelf volledig te vinden door zichzelf volledig te verliezen.

Samadhi, als een staat van gratie, van het verliezen van de dualiteits-beleving, waarbij de (meestal mediterende) persoon ervaart dat er geen verschil is tussen zijn 'eigen' bewustzijn en het bewustzijn van het 'Al', is het levende kunstwerk van de oosterling. Het vertegenwoordigt het summum, de hoogst bereikbare trap van zelf-realisatie, die het hele complex van elkaar omvattende lichamen van de 'buddha' (de naam van deze staat van zijn) zodanig doet doorschijnen met kosmische energie dat het voor de waarnemer een subtiel licht uitstraalt.

Maar ook de westerse, scheppende kunstenaar, streefde/streeft ernaar zichzelf en zijn beperkingen te overstijgen in de creatieve daad, het creatieve proces.

Deze beide verschijningsvormen: de één naar binnen gericht en de ander naar buiten gericht, worden nog steeds met huiver en onbegrip tegemoet getreden door de 'gewone man en vrouw'.
Ze zijn nog steeds een tamelijk vreemd fenomeen in de hoofdstroom van vele westerse culturen, waar men graag koketteert met schamperlach en sarcasme als men de subtiele werelden van sensitiviteit en optimale perceptie voelt naderen.

Hier steekt, denk ik, een zelf -ego- beschermingsmechanisme zijn sissende kop op om alzo de Dreuzels van deze wereld niet te confronteren met het eigen gebrek aan ontwikkeling. Men deinst terug voor het duizelingwekkende hoogteverschil tussen de platvloerse alledaagse tredmolen van het mondaine leven en de toppunten van zowel Oosterse als Westerse genialiteit.

In de Occident richtte de zelf-realisator zich op het verwerven van meesterschap, en in het verlengde daarvan genialiteit, op het terrein van creativiteit.
Ook in creativiteit (het scheppen van een kunstwerk -buiten-) zit een element van zichzelf verliezen door zich volledig open te stellen en de geest van inspiratie toe te staan gebruik te maken van het instrument dat de kunstenaar zelf is geworden door zijn of haar training en attitude.

Schijnbaar het summum van tegenstrijdigheid, is de paradox van zichzelf totaal overgeven en tegelijkertijd de uiterste beheersing opbrengen, die voor het scheppen van een kunstwerk nodig is, de uiteindelijke meesterproef voor het aspirerend genie.

En hier zit ik te luisteren, inmiddels om half twee, terwijl het nu werkelijk stil is geworden, naar de witte ruis die de strijkkwintetten van de geniale Moz – Art in het canvas van de nacht hebben achtergelaten..

Tijd voor m'n dagelijks ritueeltje met kat en hond.

Schrijver: Ton Hettema, 2 april 2017


Geplaatst in de categorie: kunst

3.3 met 3 stemmen 562



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)