Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

Wielrennen. Het blijft ons fascineren...

Zondagochtend elf uur. Even het naast mijn huis gelegen café ingelopen om koffie te drinken. Vandaag veel fietsers te gast vanwege het mooie weer.

Eerst komen er twee wielrenners binnen. Kennelijk de verkenners. Even later arriveert de rest.
Allemaal mannetjes van rond de zestig, die kreunend en steunend van hun fiets rollen. Managerstypes, boven-de-streep-onder-de-streep denkers met een marketingplan. Eén keer kijken en je weet het. Sommigen hebben wat schuim rond hun mond. Ze hebben vreemdsoortige helmpjes op. Als ze die dingen van hun Raad van Bestuur verplicht op zouden moeten, dan gingen zelfs zij, manager zijnde, massaal in staking. Ze hebben ook strakke veelkleurige truitjes aan. Met de naam van een bedrijf op hun rug. “Schoonmaakbedrijf Zuinigjes”. Het kan er net op. Ik zou mij toch overvloedig laten betalen voor ik vrijwillig met zo’n naam op mijn rug zou gaan rondfietsen.

Onder het truitje zo’n eng broekje tot halverwege de dijen. Strak en zwart, zodat je apparatuur bijna naar buiten wordt geperst. Beetje vunzige aanblik bij iemand van bijna zestig. Het is sowieso een vunzige aanblik, ongeacht de leeftijd. Dan de schoentjes die ze aan hebben. Met een beetje zelfrespect ga je niet op die dingen rondlopen. Je kunt er trouwens nauwelijks op lopen. De punt van de schoen loopt omhoog en de zool vertoont een soort kuiltje. Wie dit model heeft uitgevonden moet met terugwerkende kracht door een gehaktmolen gehaald worden. Eén van de bejaarde wielrenners struikelt over een bier-dopje. Daar kon je op wachten met die mislukte kano’s aan zijn voeten. Twee collega’s vangen hem op en gedrieën vallen ze in een appeltaart die de café-baas alvast bereidwillig had neergezet. Geen probleem. De café-baas heeft nog veertig van die dingen in de vriezer liggen.

En dan dat zweten van de heren. Je zult een stel van die gasten op visite hebben. Voor zo’n ruftige geur gaat zelfs schoonmaakbedrijf Zuinigjes op de loop. Schreeuwen doen ze ook, want ze zijn kennelijk allemaal doof vanwege het veelvuldig luisteren naar zichzelf, als ze hun marketingplan voor de spiegel oefenen. Ze spetteren speeksel en schuim in elkaars gezicht en ze maken een geluid dat lijkt op een roedel nonnen die door een stel Mongoolse wilde priesters in een biechthokje op warme worst wordt getrakteerd. Ik hoor woorden als ‘moraal’, ‘zure benen’ en ‘de kop nemen’. Kop nemen? Kop houden, zou beter zijn. Het is verdorie nog niet eens twaalf uur!

Ze willen koffie en appeltaart. De café-baas vraagt of ik ook een stukje taart wil. Ik kijk hem alleen maar aan. Hij en ik weten waar hij die dingen vandaan heeft. En vooral, wanneer!

Een uur later verlaten ze kwetterend en kreunend de kroeg. Dan ben je zestig en wil je nog steeds doen alsof je in de Tour-de-France meedoet. Sommigen moeten elkaar op de fiets hijsen. Iemand heeft zijn kano laten liggen. De hond van de café-baas komt voorzichtig achter de bar vandaan en ruikt aan de schoen. Kermend en jankend, met al zijn haren overeind holt hij de kroeg uit.

‘Dit was de laatste keer’, moppert de café-baas. ‘Als ze volgende week weer komen, gooi ik wel wat broodkorsten naar buiten’.
Op het toilet vind ik zo’n eng zwart broekje. Ik laat het aan de café-baas zien. Hij schudt alleen zijn hoofd. ‘Het is zondagochtend twaalf uur. Op dit moment rijdt iemand, met “Schoonmaakbedrijf Zuinigjes”, op zijn rug, in zijn blote reet door een plensbui’, zeg ik tegen de café-baas.
’Ja’, zegt hij. ‘Zure benen met worst. Niet te hopen dat hij ‘de kop’ moet nemen. Waar gaat de wereld toch heen’.

Sport of wielrennen of hoe je het ook noemen wilt, het blijft ons fascineren….

Schrijver: van Gellekom, 22 mei 2017


Geplaatst in de categorie: algemeen

3.6 met 5 stemmen 231



Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Naam:
Ton Hettema
Datum:
24 mei 2017
Al ben ik vierenzestig jaar, ik fiets nog heel wat af
met 'n vriendenclubje zoek ik elke vroege zondagmorgen
uitbundig zwetend, in 't tenue dat frietzaak 'Joop' ons gaf,
naar 'n bron van jeugd die ergens diep in mij zou zijn verborgen

Maar mochten wij vóór deze bron een restaurant ontmoeten
dan zijn we niet te min om ons verzuren te verzoeten..
Naam:
Joanan Rutgers
Datum:
22 mei 2017
Zeer kunstig en lachwekkend opgeschreven. Ja, ik zie die malloten van tegen de zestig ook wel eens groepsgewijs voorbij snellen, de één nog dikker en krakkemikkiger dan de ander. Je vraagt je af hoe die dunne banden die gewichten allemaal kunnen houden en of het wel zin heeft dat ze Joop Zoetemelk imiteren, daar ze om de zoveel kilometer een kroeg induiken en al het daar voorradige gerstenat achterover slaan.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)