Sneeuwigheid
Vanochtend ging ik al vroeg m’n rondje met het hondje maken.
Maar eerst ging ik naar de garage om de koplamp te laten vervangen.
De vorige keer dat het grote licht aan de kant van de accu kapot was, had ik m’n lesje wel geleerd: wat een frustratie! Het kostte me minstens een uur toen, voordat ik dat stomme ijzerdraadje weer terug kon wurmen achter de haakjes in de houder waardoor het lampje op z’n plaats moest blijven.
Als je het nooit hebt gedaan, en nog nooit als ik laatst toen ik tegen schoonmama opschepte dat ze niet naar de garage hoefde voor zo’n klusje van niks, dat ijzerdraad klemmetje kwijt bent geraakt in de afgrond van de motor, dan zou ik je aanraden er nooit aan te beginnen.
Zelfs de ervaren garageman had er moeite mee, dus we konden samen mopperen op die vervloekte Audi ontwerpers en de toezichthouders en de politiek en de Europese Unie, en alle onverantwoordelijke producenten die spullen onrepareerbaar maken.
Dat was alvast een goed begin van de dag.
En het werd alleen maar beter. Want toen de garagebaas ons bescheiden automodische schichtje voor me naar buiten reed –achteruit, gevaarlijk dicht langs zijn buitenmaatse peperdure SUV’s- werden we verrast door een heel legioen van engelen die hun veren kussens boven onze hoofden uitschudden.
We waren even als door een toverspreuk bevangen en keken als kinderen gehypnotiseerd naar de langzaam dalende gekristalliseerde veertjes.
Het was kwart over acht en nog donker, maar de magische sfeer van sneeuw heeft niet persé veel licht nodig om zijn invloed rond te zaaien.
Sneeuw heeft zijn eigen ingebouwde ultraviolette licht, daar het van buiten het voor ons zichtbare spectrum energie opvangt.
De ochtendspits werd afgebeten als het topje van een magnum. De winter maakte zijn entree als de elegantste eerste dame in het Witte Huis: overrompelend, overdadig en sprakeloos.
Daarna was het dus tijd voor de hondedans met onze Potter langs de bepoedersuikerde lanen van ons rijkeluisdorp. Luis?
Dat hadden we al lang niet meer meegemaakt.
Hij genoot zichtbaar van de nieuwe opfrisbeurt van onze buurt.
Alsof dieren de vooroordelen van vermeende kou en nattigheid niet kennen: ze gaan met open vizier de nieuwe omstandigheden tegemoet.
Bij de vijver werden we getrakteerd op een repeterend trompetsignaal dat werd voortgebracht door moeder de gans, die haar negenvoudige piepende en fladderende mini-kroost het water inlokte en tegelijk het (aangelijnde) kooikerhondje probeerde af te schrikken.
Wat een leven! Wat een moedige moeder!
Het laatste gansje was een wammes waggel van onhandigheid waar het steeds tegen dezelfde gladde graspol opvlerkte en terugviel.
Thuisgekomen wilde ik wat foto’s van het besneeuwde huis maken of van de zilveren boomtakken in de tuin, maar de vlokken veranderden in alle magie oplossende waterdruppels.
Het was alweer voorbij.
Zo gaat dat met magische momenten.
Er is geen tijd om ze gevangen te zetten in het museum van je relikwieën. Tussen de wassen beelden van Borsato en Obama.
In de vitrines van je verdroogde, op parelmoer papier vastgepinde exotische vlinders.
Aan de andere kant van de dag bleek de witte ochtendserenade een geslaagde generale te zijn geweest voor het leggen van een hoogpolig knapperend en knarsend langzaam afdalend zwevend tapijt.
Alles vertraagde.
Alle harten gingen open om zoveel schoonheid binnen te laten.
Nu een laatste ronde met hond en kater om 1 uur, door de enkelhoge slurrie. Alex vindt het niks. Potter ruikt tien keer zoveel als normaal.
Wonderlijke wezens.
Een wonderlijke wereld.
Poef…
Geplaatst in de categorie: schilderkunst
Bij mijn weten is Melania de enige eerste vrouw in het Albasten Mansion van de Azen, dus met recht de eleganste, sorry elegantste.
En verder bevind ik me in de weinig benijdenswaardige polarisatiemangel van degenen wier neutrale standpunt wordt geduid als extreem door hen die het Bushiaanse drogdilemma omhelzen: wie niet met ons is, is een terrorist..