MOSREDNA
Het spiegelt in de wereld.
Een kloof heeft zich geopend.
Met aan beide kanten Zombies.
Klompen rauw vlees vliegen over en weer.
Harpoenen met enterhaken worden afgeschoten.
Naar verrotting stinkende wezens met holle ogen klauteren over touwladders naar de overkant, waar ze worden opgewacht door soortgenoten van de tegenpool, die hen meedogenloos in stukken hakken en in de afgrond trappen.
Op beide rotsplateaus spelen zich dezelfde weerzinwekkende taferelen af; niemand ziet dat het een spiegel is waar men in kijkt.
Niemand weet waar het om begonnen is.
Iedereen heeft het te druk met aanvallen en verdedigen om stil te kunnen staan.
De dynamiek van vechten is z’n eigen leven gaan leiden.
Zelfreflectie staat gelijk met zelfmoord.
Ook al ben je dood, als je dat niet beseft, hou je je vast.
Krampachtig, als een reflex, aan wat je vult: de leegheid.
Of aan een collectieve radeloze redeloosheid.
Degene die je bevecht, bestrijdt, ben je zelf.
Het is je frustratie over je eigen tekortkomingen die je zo fanatiek laat ageren tegen die onredelijke vijand, die het schijnbaar gemunt heeft op alles wat je heilig is.
Dankzij die gemene, doortrapte, geslepen schurk die probeert jouw idealen te torpederen, hoef je je eigen tekortschieten niet onder ogen te zien.
Hoef je niet na te denken. Zelfs niet te voelen wat je voelt.
Wat zou je met je leven, je energie, je emotie, aan moeten als er geen tegenpool was om je weerstand te geven? Om je op af te reageren?
Gelukkig geldt hetzelfde omgekeerd voor je tegenpool.
Jullie zijn elkaars beste sparringpartners, maar niemand beseft het.
Dankzij elkaar, de ander, en de weerstand die hij levert, heb je een doel in je leven.
Een strijd voor rechtvaardigheid. Een strijd voor een ideaal, een isme.
Als die anderen nou eens zouden inzien dat wij het bij het rechte eind hebben. Als wij aan de macht zouden zijn en ons systeem konden invoeren, dan zou iedereen zien dat dit een betere wereld werd.
Eerlijke verdeling. Eerlijke kansen. Iedereen vrij. Iedereen gelijk. Iedereen divers. Iedereen veilig. Alles delen. Elkaar helpen. Geen armoede meer. Geen discriminatie. Geen lijden. Samen helpen we ziekte uit de wereld. Maken we de Aarde weer schoon. Mannen en vrouwen gelijk. Alles geregeld.
Hé, wacht eens even.. Hoezo alles geregeld?
Niks geen geregel! Ben je betoeterd? Belatafeld?
Juist géén regels meer. GEEN bemoeiallen, geen regeltjesneukers.
Geen flitspalen, geen gordels, geen boetes, geen rechtszaken, geen belastingen, geen huurverhoging, geen BTW, uitnamewetten, verplichte verzekeringen, opgeschroefde energiekosten, uitkopen van banken, geen Brusselse potentaten, geen grenzen...
Maar dan hebben we toch blijkbaar een probleempje.
Alsof die tegenstelling ingeknoopt zit in het weefsel van de aard der dingen. Alsof datgene wat de aard der dingen heeft gemaakt een onoplosbaar probleempje, een dilemmaatje, heeft ingebakken in de pastei van koek en ei van onze werkelijkheid. Da’s een tegenvallertje.
Zou het dan opzet zijn van de bovenbazen dat we het hier beneden met z’n allen uitvechten? Kán het dan niet anders?
Is het andersom nog steeds hetzelfde? Is andersom geen oplossing?
Zou het zo kunnen wezen dat links niet kan zonder rechts, boven niet kan zonder beneden, goed niet weet wat ie moet doen zonder kwaad? Dat kwaad ontstaat zo gauw je iets goed verklaart?
Of werkt het hele systeem als een immense, gigantische accu?
Dat er geen stroom loopt zonder plus en min pool?
Geplaatst in de categorie: moraal
@Nemo !tnasseretnI
Wederom graag gelezen.