Waarom wint rechts?
De overwinningen van rechts steunen op twee peilers. De ene is angst en de andere is angst. De ene peiler is angst voor het vreemde, een aangeboren eigenschap van mensen. Die angst is in de eerste plaats angst voor buitenlanders of andere vreemde mensen. In het verleden waren dat katholieken of, als je katholiek was, protestanten en altijd de Joden, behalve als je Jood was. Later kwamen daar de communisten, de zwarten en de islamieten bij.
Wie nu naar de Verenigde Staten kijkt, ziet hoe rechts ook probeert de latino’s toe te voegen. Aan vreemde mensen geen gebrek. Hier volstaan we voorlopig nog met islamieten, Marokkanen en Turken. In de Verenigde Staten worden de blanken die rechts niet aardig vindt communisten genoemd en daar vallen mensen als Obama en Biden net zo makkelijk onder als Hillary Clinton en Greta Thunberg. In Nederland zijn we nog niet zo bang voor communisten, zolang de vakbonden nog wat voorstellen.
Maar angst voor vreemden blijft.
De tweede angst is de angst financieel gepakt te worden door de overheid. In de Verenigde Staten wordt alles wat naar overheid riekt direct communist genoemd, terwijl in Nederland de overheid vooral een kostenpost wordt genoemd waar straffeloos op kan worden bezuinigd. Dat bezuinigen is gelukt, maar de Toeslagenaffaire heeft laten zien dat het voor de regering weliswaar straffeloos kan, maar voor sommige mensen toch behoorlijk slecht kan uitpakken.
Nu denken veel mensen dat rechts beter is voor de economie. Wetenschappers als Mazzucato kunnen dat weliswaar bestrijden, maar dat doet er niets aan af dat veel mensen dat denken. Weinig mensen lezen Mazzucato. De markt is veel beter voor mensen dan de overheid, denken veel mensen. De Toeslagenaffaire zou er zonder overheid niet zijn geweest.
Dat laatste is waar, maar een goede overheid had het anders aangepakt. Een overheid, die niet is geleerd mensen te wantrouwen, had het beter gedaan. De VVD-er Ankersmit heeft ooit gezegd dat de markt is gebaseerd op wantrouwen en de overheid op vertrouwen en dat is waar. Of beter – dat was waar. De moderne Rutte-overheid wantrouwt de burger en vervolgens leert de burger de overheid ook te wantrouwen. Dat is één van de verworvenheden van het marktdenken als dat in de overheid wordt toegepast.
Vadertje Drees wordt de Bureaucratische Boeman.
En wie niet is opgewassen tegen de Bureaucratische Boeman, en dat is iedereen die digitaal minder vaardig is, die loopt het risico in de Bureaucratische Molen te worden vermalen. Niet omdat je iets hebt gedaan, maar omdat je onvoldoende hebt aangetoond dat je niets hebt gedaan.
Wat rechts verder doet – je ziet het in Nederland net zo goed als in de Verenigde Staten - is de rijken rijker maken en de armen armer. De schuld daarvoor krijgt de overheid, die de armen steeds zwaarder gaat belasten. Daarom stemmen arme mensen op rechts – want die beloven het meest overtuigend dat zij op de overheid gaan bezuinigen. En dat doen ze inderdaad, want hoewel de armen meer belasting betalen doen de rijken dat minder.
Dat was een idee van Reagan en Thatcher – het trickle down effect. Zij verlaagden de belasting voor de rijken, omdat dat goed zou zijn voor de werkgelegenheid en dus de armen ten goede zou komen. Dat is tot op heden nog niet gebeurd, maar men blijft het proberen. En de armen blijven erin geloven.
De rijken geloven het al jaren niet, maar waarom zouden zij het veranderen?
Dus ook zij stemmen op rechts en, in de Verenigde Staten belangrijker dan hier, financieren rechts.
Daarom gaat rechts de verkiezingen alweer winnen.
Geplaatst in de categorie: actualiteit