Blair in 2007
Precies vijftien dagen voor het einde van zijn premierschap hield de Brit Tony Blair een beroemde speech voor een aantal journalisten, verzameld in het Reuters Institute in London.
Na twee en halve pagina’s uitleg en excuses over wat hij gaat zeggen, waarom hij het gaat zeggen en hoe je het moet opvatten, komt Blair tot de kern die nauwelijks langer is dan een halve pagina. Hierna volgt nog een halve pagina uitleiding, maar in die kern is Blair scherp, zeer scherp en keihard. De pers is verworden tot een medium dat schandalen brengt, motieven aanvalt, interpretaties van het nieuws belangrijker vindt dan nieuws en vooral doodsbenauwd is dat ze iets missen. Als één journalist iets ontdekt, gaan ze er allemaal achteraan, als een roedel wilde beesten die erop uit zijn hun prooi en hiermee bedoelt hij mensen of reputaties, in stukken te schuren.
De motor achter dit alles is de harde strijd om aandacht. Kranten, tabloids en televisieprogramma’s moeten dan al meer en meer strijden om aandacht met internet en mobiele telefoons. Wat hij niet noemt, maar wel had kunnen noemen, is dat ze ook strijden om aandacht met kletsmajoors die overal en nergens mogen uitleggen wat zij belangrijk vinden: welke poeder je op je wangen het best is, of je borsten moet vergroten en waar dat kan, welke auto mooier oogt en welke voetballer iets heeft gezegd over zijn vriendin. Roddel en achterklap is ook van alle tijden, maar die weten nog beter dan het nieuws terrein te veroveren via zogeheten influencers die geld verdienen aan het verkopen van zaken waar ze geen verstand van hebben.
En wat Blair niet zegt, maar wel had kunnen zeggen is dat er tien jaar na zijn speech ook bloggers zijn bijgekomen die bewust onzin verspreiden. Dan gaat het om ideële bloggers die echt geloven dat we door reptielen worden geregeerd, maar ook om professionele bloggers die tot doel hebben rechts-extremistische politici aan de macht te helpen en landen in het Westen te destabiliseren. De strijd om de aandacht is sinds de speech van Blair dus niet opgelost, maar harder geworden, veel harder.
Blair is zo eerlijk dat hij als vertrekkend premier niet in de positie is om een oplossing te verzinnen. Ik moet ook eerlijk zijn, als columnist aan de zijlijn heb ik ook geen idee.
p.s. voordat iemand reageert en stelt dat Blair ook fouten heeft gemaakt – dat geef ik meteen toe. Maar dan kan hij toch ook wel een keer iets verstandigs hebben gezegd?
p.p.s. deze column (https://www.nederlands.nl/nedermap/columns/column/153106.html) kan worden gelezen als een reactie van het verhaal hierboven.
Geplaatst in de categorie: politiek
Media bewonderen ruwe en rappe debatstijl
Onze kritische media zijn voor ons, als gewone sukkels in de dagelijkse strijd om een bestaan, de duiders in het politieke getetter in verkiezingsdebatten. Zo worden ze ook vaak genoemd, onze politieke ‘duiders’. Vlijmscherp, breed geïnformeerd en met talent om het ons allemaal weer uit te leggen. Zorgelijk vind ik de trend om snelle en gladgestreken woordenstromen of de brutale debater redelijk snel op een troon te hijsen met kwalificaties als: ‘Een knappe debater. Razend slim om in te breken. Zonder meer de beste debater in dat gehakketak in dat lijstrekkers debat.’
Vaker dan mij lief is gaat het dan om een soort debattechniek. En zeker niet over de inhoud. Wonderlijk genoeg zijn deze lofprijzingen vaak gekoppeld aan een vorm van ruw gebruikt verbaal vermogen. Of vertolken diepe bewondering voor een ongewoon rappe verbale tsunami van een politicus. Deze media complimenten presenteren lijsttrekkers met een discutabel programma of oerconservatieve inslag louter op basis van hun debat techniek als een fantastische kampioen in gebekvecht. Kritische journalisten brengen deze loftuitingen bijna achteloos naar voren. Vaak volgt dan driftig ja- geknik en instemmend gemompel aan de debat tafels. Goed? Neen, een vorm van griezelig.