Dakmannen en burgemeesters hebben zwaar
Vanochtend haalden dappere mannen dakpannen van het dak. Ik stond er bij en keek er vanuit mijn zolderkantoor naar. Ik noem mijn zolderkantoor de Bovenkamer. Het is namelijk de kamer bovenin mijn huis waarin ik mijn hersens aan het werk zet. Het is een doorzonkamer, waardoor ik zowel uitzicht heb op het noorden, waar de stad ligt, als op het zuiden, waar Haren ligt. En waar vandaag mannen met baarden en mannen zonder baarden dakpannen van het dak haalden. Ze deden dat al een aantal dagen.
Ik kijk er dan naar zoals iemand voor wie het meest gevaarlijke werk bestaat uit het typen van teksten. Natuurlijk is dat een serieuze zaak. Zo heb ik ooit een boek getypt dat door de burgemeester van mijn stad, Koen Schuiling, tot fictie werd gedoopt. Dat was het niet en wat erger was, hij heeft nooit willen uitleggen waar die fictie uit bestond. Ik ben er nog kwaad over en dan niet zozeer voor mezelf, maar vanwege mijn co-auteur Priscilla. Priscilla en ik hebben tijdens het schrijven ons constant afgevraagd of het klopte wat we opschreven. Was het waar? Hebben we genoeg bronnen? Soms waren het gewoon raadsvergaderingen, maar vaak ook interviews. Bij die interviews herinnerden mensen zich soms op verschillende manieren iets, maar we zijn ook voorgelogen omdat mensen de waarheid niet zo graag wilden vertellen.
Dus fictie was het niet. Vandaag lees ik trouwens dat de burgermeester heeft besloten in oktober zijn functie neer te leggen. Dat verzin ik ook niet. Het staat op de RTV Noord app en die is meestal wel betrouwbaar. De reden is niet dat er te veel boeken zijn geschreven die hij fictie noemt en dat niet zijn, maar dat dit kabinet niet zijn best doet fatsoenlijk spreidingsbeleid te organiseren. In Ter Apel loopt het vast en Schuiling moet zien dat los te trekken door overal in het land te smeken enkele plekken open te stellen voor mensen die daar recht op hebben. Hij had bijna voor elkaar dat de minister hem kon helpen, maar nu hebben we een nieuw kabinet en het hele gedoe begint weer op nul. De energie is op, bij Schuiling. Ik begrijp dat. Naast de aardbevingen en het sluiten van de bed-bad-brood-regeling die het aantal zwervers in de stad weer zal doen toenemen, is het allemaal erg veel. Burgemeesters moeten dat maar oplossen en krijgen er geen geld voor. Of handjes. Je redt je maar.
Als Bloemendaal maar geen asielzoekers hoeft op te vangen. Daar gaat het om. Dus heb ik wel te doen met de man op wie ik boos ben. Lastig hoor. Boos zijn op een man die is uitgeput.
Laat ik het maar zo opvatten: hij had het zo druk dat hij bij mijn niet zo belangrijke boek zijn best heeft gedaan het niet serieus te nemen.
Ondertussen, terwijl ik dit schrijf, vrees ik voor de mannen op het dak. Ze zijn begonnen dakpannen op het dak te gaan leggen. Het hoost. Ze moeten wel door om het waterdicht te krijgen, maar de pannen worden nat en ik vrees, glad. Vlak bij hun hoofd hangt een bak te draaien aan een lang touw. Hij wordt omhoog gehouden door een kraan. In de bak liggen de pannen die ze op het dak moeten leggen.
Ik kan het niet aanzien. Ik schrijf deze tekst maar af. Ik heb te doen met dakmannen en met Koen Schuiling. Als de tekst klaar is, zijn de mannen ook klaar.
Het is goed gegaan. Ik heb geen ziekenauto gehoord.
Geplaatst in de categorie: actualiteit