Nieuws
Een man loopt een bakkerswinkel binnen. In de winkel is vrijwel niemand, behalve een vrouw die achter de balie staat, vermoedelijk een verkoopster. Er is een deurbel die vrolijk klingelt, maar de vrouw kijkt niet op of om. Ze staat druk bezig met de rug naar de deur een oppervlak schoon te maken.
Je zou zeggen een klant. De man die binnenkomt is zoon van een militair die Nederlands Indië nog heeft lopen verdedigen in de Tweede Wereldoorlog. Het ging niet goed. De militair heeft eigenlijk nooit geschoten, omdat de Japanners nog niet zo ver waren opgerukt dat ze zich teweer konden stellen of over te geven. Ze moesten zelfs wachten op het Japanse leger, maar daarna konden ze zich overgeven.
Zijn gevangenschap bracht de militair door in Japan. Hij werd daar tewerkgesteld in een mijn. Het was niet alleen zwaar werk, maar ook ongezond en gevaarlijk werk. Levensgevaarlijk werk. De meeste mensen die daar werkten haalden het einde van de oorlog niet. Wat de gevangenen ook niet wisten was hoe het in de oorlog ging. Nieuws kregen ze niet. Laat dat op u inwerken.
Nieuws kregen ze niet. Het laatste wat ze wisten was de Nederlands Indië zich had overgegeven. Ze wisten de Amerikaanse vloot bij Pearl Harbour was vernietigd en de Britse vloot ergens bij Maleisië. Nieuwer nieuws kregen ze niet. Het enige wat ze hadden was hoop, maar er was geen enkel zichtbaar teken dat de hoop gerechtvaardigd was, want nieuws kregen ze niet.
De zoon stond bij de bakker. Vader had de oorlog overleefd. Vader legde uit dat je altijd moet proberen de ander te begrijpen. De zoon bij de bakker keek naar de verkoopster die hem negeerde. De vrouw wenste hem niet als mens te zien want, zo vermoedde de zoon, hij was niet blank. Hij hoorde volgens de vrouw niet in Nederland. Zijn vader had bij de KNIL voor Nederland gediend, maar wist de vrouw veel. Zijn vader was na de oorlog als landverrader Indonesië uitgeknikkerd, maar wist de vrouw veel. Hij moest naar Nederland, omdat hij een Nederlander was, maar dat wist de vrouw allemaal niet. Nieuws was er in overvloed, dat wel. Dagelijks zag de vrouw hoe gevaarlijk vreemdelingen waren. Dat wist ze wel. Ze kwamen met duizenden bij Ter Apel de grens over, las ze. We konden het niet aan, al die terroristen. Zoals onlangs, in Rotterdam, mensen sloegen de ruiten van de Mediamarkt kapot, buitenlanders natuurlijk. Dat zei Geert.
Nieuws was er te veel, maar het klopte niet altijd, wist de zoon. Hij raapte zijn moed bij elkaar en zei kalm: ‘U kunt zich misschien omdraaien en glimlachen.’ De vrouw draaide zich inderdaad verbaasd om en aarzelend verscheen een glimlachje om haar mond. ‘Heeft u volkorenbrood?’ vroeg de klant. Dat had ze.
Plotseling was de wereld voor beiden weer prettig geworden.
Geplaatst in de categorie: actualiteit