Het kleine verschil dat alles verandert
Gisteren mocht ik een presentatie houden over mijn boek voor de Vereniging van Rekenkamers en elke keer als ik opnieuw nadenk over mijn boek, zie ik hoe actueel het is. Zo ook voor deze presentatie. Het verklaart het fenomeen Trump.
Eén van de boeken die ik gebruik om kenmerken van de wederkerigheidmens te laten zien als alternatief voor de neoliberale homo economicus, heet ‘becoming human’. Mens worden. Een boek van Michael Tomasello die onderzoekt wat het verschil is tussen mensen en mensapen. Dat verschil is heel klein en moet ook heel klein zijn, want evolutie gaat altijd met kleine stappen. En tegelijk moet dat kleine verschil een heel groot verschil maken. Dat moet ook, want mensapen wonen in oerwouden en wij wonen overal, zij wonen in kleine groepjes of solitair en wij in grote steden, communiceren op wereldschaal, zij lopen en klimmen en wij lopen, klimmen, fietsen, rijden in auto’s en treinen en vliegen. Zo kun je doorgaan. Wij maken een klimaatprobleem en zij hebben nauwelijks impact in hun eigen omgeving.
Dat kleine verschil is gedeelde intentie: wij kunnen samen hetzelfde doel nastreven. Hoe dat komt, legt Tomasello niet uit maar een andere schrijver wel, Wrangham, daarover later meer. Wel laat Tomasello zien, dat we dat in verschillende stappen tussen ons tweede en vijfde jaar leren. Aan het begin denken we net als chimpansees alleen aan onszelf en aan het eind hebben we taal, gemeenschappelijke normen en kunnen we instituten begrijpen - zoals bijvoorbeeld sinterklaas of school. We kunnen dus ineens abstract communiceren en uitvindingen aan elkaar doorgeven. Wij hebben dankzij het kleine verschil uitvinding op uitvinding kunnen stapelen en zo ons veel verder kunnen ontwikkelen dan chimpansees, orang oetans en gorilla’s.
Wrangham legt in zijn boek de goedheidparadox uit dat dit komt, doordat we tam zijn. Het is een sprongetje in het DNA. Maar dat sprongetje is alleen mogelijk doordat de eigenschap al in het DNA bestaat, voordat we het sprongetje maken. Het maken van dat sprongetje is eigenlijk meer dat het van een zeldzaam verschijnsel verandert in een algemeen verschijnsel. Eerst is het zo zeldzaam, dat de eenling die het sprongetje heeft gemaakt, nauwelijks een ander tegenkomt die ook gedeelde intenties kent. Hierdoor gaat het natuurlijk niet werken. Je hebt meer mensen nodig om gedeelde intenties te hebben. Maar als je meerdere mensen kent die het sprongetje hebben gemaakt, kun je ineens samenwerken en dan kun je samenwerken tegen degenen die het sprongetje niet hebben gemaakt. En zo worden mensen ineens succesvol. Ze kunnen elkaar bij de les houden.
Maar, zoals bij mensapen de tamme eigenschap zeldzaam voorkomt, zo komt de wilde variant bij mensen zelden voor. Het zou best kunnen dat Donald Trump nog wild is. Hij denkt net als chimpansees alleen aan het eigenbelang. Lijden van derden of in ieder geval het lijden van mensen die hij niet kent, doet hem totaal niets. Het gaat hem om macht of, zoals bij chimpansees en gorilla’s het geval is, dat hij als dominante figuur altijd als eerste alle eten, aandacht en eer krijgt.
In mijn boek hou ik een pleidooi voor samenwerken. Geen zelfredzaamheid, maar samenredzaamheid. Dit is dus precies de weg die we tegen mensen als Trump moeten bewandelen. Niemand, geen land is sterk genoeg om Trump dwars te zitten, maar samen zijn we dat wel.
Geplaatst in de categorie: actualiteit