‘De redding’ is geen sprookje
In deze zwarte dagen heb ik de neiging om op zoek te gaan naar een boek dat goed eindigt en toch ergens over gaat. De bedoeling is, dat ik niet moet vergeten dat de goede uitkomst mogelijk is. Nu zou ik natuurlijk een boek over de tachtigjarige oorlog kunnen lezen, maar die duurde zo lang dat ik vrees, met recht, als die nu is begonnen, ik het einde ervan niet ga meemaken.
Maar ‘De redding’ van Judith Koelemeijer gaat over één nacht in Haarlem. Het gaat over de redding van een vrouw van ongeveer zestig door een jonge vrouw van ongeveer vierentwintig. De een raakt in haar auto te water en de ander staat aan de kant en ziet het gebeuren. Ik kan u al verklappen, het loopt goed af, de jonge vrouw redt de oudere vrouw. Maar het is één van die boeken waarvan je rustig de afloop kan weten, zonder dat het iets van de spanning verliest.
Toen ik het uit had, was ik een beetje teleurgesteld, moest ik toegeven - maar het gekke is: ik had ongelijk. Dit is een boek waar je nog dagen over gaat nadenken en dan kom je er beetje bij beetje achter dat je meer hebt gelezen dan je denkt dat je hebt gelezen. Het is een heel goed verslag. De redder en de geredde hebben meerdere malen en over vele jaren met de schrijfster gesproken en hebben na lezing aangegeven van ja, zo was het. Hun verhaal is goed weergegeven. Maar dat is maar de helft van het verhaal. De tweede helft begint in je hoofd.
Overigens dat het goed is weergegeven, wil niet zeggen dat de waarheid is beschreven. Zo herinnert de jonge vrouw dat de oude vrouw na de redding op de kade lag, zonder dat iemand zich om haar bekommerde. Ze was daar erg boos over, maar ze had het zo stervenskoud, dat ze alle energie nodig had om zelf warm te blijven. Anderen ontfermden zich over haar, maar waarom ontfermde niemand zich over de oudere vrouw? Het was winter toen het gebeurde. Er lag een vliesje ijs op het water waarin de auto viel. Dus beide vrouwen waren na de redding onderkoeld en moesten nadat ze op de kant waren getild, nog steeds gered worden. Ze hadden warmte nodig. De oudere vrouw herinnert zich echter niet dat ze alleen op de kade lag. Ze herinnert zich een man die haar met zijn lichaam probeerde op te warmen. Die man, en de echtgenoot van die man, zijn ook opgespoord en zij herinneren zich hetzelfde als de oudere vrouw. Hij heeft haar inderdaad warm gehouden tot het ambulancepersoneel het overnam.
Dus het is niet de waarheid die je leest, maar de herinneringen aan een ware gebeurtenis vanuit twee perspectieven.
Wat mij vooral bij staat is de periode dat de auto langzaam zinkt en de jonge vrouw nog niet in het water springt. Ze herinnert zich dat ze woest was, kwaad op zichzelf dat ze niets deed. Ik heb een beeld dat ze heen en weer liep, maar niet sprong, eerst. Ze had gezien dat er een man in de auto was en dat die er niet uit kwam, maar ze sprong er niet achteraan. Waarschijnlijk was dat heel verstandig, want ze had geen kans om de man die later een vrouw bleek te zijn uit de auto te halen. De deuren waren dicht en ramen gingen niet stuk. Maar op dat moment vocht ze met haar verstand. Ze herinnerde zich Immanuel Kant die haar via het categorisch imperatief beval de man te gaan redden. Je moest je gedragen, zoals je zou willen dat iedereen zich zou gedragen in deze situatie als je in die auto zat. Het was een brede interpretatie, want kun je echt willen dat iedereen zijn leven waagt om dat van een ander te redden? Kun je dat willen van je eigen kind? Maar het mag duidelijk zijn dat de jonge vrouw in die koude donkere nacht in Haarlem geen tijd voor discussie en nuances had. Ze herinnerde zich zelfs artikel 450 van het wetboek van strafrecht die mensen verbood door te lopen als iemand in nood was. En zij deed niks! Woest was ze.
Waarschijnlijk kon ze ook niets doen, zolang de auto gesloten was. Pas op het laatste moment toen de auto met de motor naar beneden dook, klapte de achterklep open. En vlak daarachter zag ze de man die later een vrouw bleek te zijn en toen sprong ze.
Je moet het boek maar lezen hoe het af liep. De vrouw werd gered, dat zegt de titel al. En ik heb ook al verklapt dat beide vrouwen zijn geïnterviewd voor het boek, maar wat ik nog niet verteld heb is wat die dag voor beiden heeft betekend. Het leven blijkt het waard om gered te worden, maar het leven is geen sprookje.
Geplaatst in de categorie: actualiteit