Voetoplegging
Vader en dochter gebruiken het diner. Papa heeft goulash gemaakt, maar stel je daar niet te veel bij voor. Gewoon twee pannetjes. Eentje met rijst en eentje met 'saus', zoals mevrouw de Hongaarse stoofschotel met rundvlees en paprika noemt. En saus hoeft ze niet. Dat besluit staat vast, zonder de inhoud van het pannetje te hebben gezien, geroken of geproefd. Doe haar maar een handvol te gek lekkere droge rijst. Papa gaat de strijd liever niet aan: hij kent zijn pappenheimers.
Hoewel? Niet geschoten is altijd mis, en dat soort van dooddoeners. Dus toch maar een argument op tafel gelegd. Namelijk dat er ook vlees in zit, in die saus. Heel lekker vlees. En zie: het werkt. Althans gedeeltelijk. Eén stukje van dat Hongaarse spul wordt zonder morren richting laadklep gestuurd, alwaar het vervolgens zijn weg vindt. Die is binnen! Wat zeg ik: dat pakken ze papa niet meer af. Maar het blijft bij dat ene succesje.
“Mijn voet trilt”, klinkt het na één van de laatste happen rijst. Papa weet onmiddellijk waar de schoen wringt. “Dan slaapt je voet”, luidt zijn diagnose. Hij vertelt er niet bij dat dat waarschijnlijk wordt veroorzaakt door een gebrek aan goulash. Dochterlief reageert verbaasd: “Kan je voet ook slapen?” Tijd om dat ding wakker te maken dan. En dus neemt papa - je kent hem - het vermoeide lichaamsdeel liefdevol onder handen. Luttele seconden later is de voet ontwaakt. Hij kan ook alles, die man.
En wat is zijn beloning? Dochterlief helpt (voor het eerst en helemaal uit zichzelf, jaja) mee met het afruimen van de tafel. Zo ziet hij het graag. Daarvoor heeft ze trouwens eerst nog een Sesamstraat-toetje onschadelijk gemaakt, dat we puur en alleen in huis halen vanwege de bijgesloten Sesamstraatfiguurtjes. Die spaart ze. Vandaag komt er een Ernie bij: de zesde inmiddels. We hadden nog zo gesmeekt om een Grover. Die zijn dun gezaaid, moet je weten.
Het zeuren om een ijsje als toetje is voorlopig in elk geval van de baan. We wonen vlakbij een snackbar – heel gevaarlijk. Toch wijst papa er graag op dat ijs een seizoensproduct is. En de zomer zit erop, hoe je het ook wendt of keert. Een aantal weken geleden mocht ze haar voorlopig laatste ijsje. Alleen: de meneer van de snackbar had het schepijs in zijn bakken inmiddels vervangen door snoep. Het slachtoffer reageerde gelaten. Haar restte slechts één conclusie: “De ijscoman is een snoepcoman geworden.”
Geplaatst in de categorie: kinderen