Praktijkervaring
Het was weer de hoogste tijd voor een tandartsbezoek. Gewoon de halfjaarlijkse controle, niks bijzonders. Even bellen voor een afspraak. Hè, waar lag dat kaartje nou ook alweer. Daar stond het nummer op. Nou ja, dan maar in het telefoonboek opzoeken. Hé, dat is gek: hij staat er niet in. Of is dit 'm? Dacht dat de praktijk anders heette, maar de straatnaam klopt. Maar eens proberen.
“Metz, zegt u? Met een 'z' op het eind? (...) U komt niet voor in het systeem, meneer. Wat is uw geboortedatum? (...) Nee, ik kan u niet vinden. Weet u zeker dat u bij ons staat ingeschreven?” De twijfel sloeg toe, ik had me vast vergist. Dan zat ik bij die andere tandarts. Die ene, even verderop. Had zij daar toevallig het telefoonnummer van bij de hand?
“Nee meneer, dat heb ik niet. Ik weet alleen dat die praktijk failliet is." Wat kregen we nou, zeg. Daar had ik helemaal geen bericht over gehad. "U bent niet de eerste die belt: wij krijgen dagelijks acht telefoontjes van mensen die willen overstappen. Ik kan u ook als patiënt inschrijven als u wilt.” Een geluk bij een ongeluk: deze tandarts had zowaar een gaatje. Maar hoe zat het met mijn gegevens? Die had de andere tandarts nog, maar geen idee hoe ik daar aan moest komen. Wat waren dit voor praktijken?
Hoe een tandarts op de fles kan gaan, is me een raadsel. Altijd begrepen dat we een tekort aan tandartsen hebben. Klandizie genoeg dus, zou je denken. Een knappe tandarts die dan over de kop gaat. Laat ik er maar niet meer over zeggen, anders krijg ik mijn gegevens nooit. Ik heb er toch al een hard hoofd in. Er hing een briefje op de deur van de lege praktijk met een e-mailadres erop, maar je raadt het al: taal noch teken. Over kwaliteit van zorg gesproken.
Geplaatst in de categorie: overig