Antisemietel!
Het jonge schrijftalent vulde benzinetanks tussen veertig werkstudenten. Op de Kriterionpomp bij de Schellingwouderbrug. Shellpomp, toen drukste van Amsterdam. We deden daar getweeën zondagavonddienst. Boeiende gesprekken. W.F. Hermans was altijd hot bij de pomp door hem. Peter vond Fellini ook verplichte kost tegen alle calvinistische rechtlijnigheid. Ik ben hem voor zijn Fellini-promotie nóg erkentelijk. We hadden ook een ‘pompboek’ waarin Andriesse excelleerde. Met rode oortjes volgde ik hem.
Iedereen dacht dat hij daar inspiratie opdeed voor het ‘Manifest voor de jaren zeventig (1970)’. Ondertekenaars Heere Heeresma, Hans Plomp, George Kool en Peter Andriesse. Wijlen George Kool schreef het waarschijnlijk echter. Zo lees ik nu.* Inderdaad leest het deels te stroef en leerstellig voor Peter. Dat manifest kreeg veel aandacht. In die roerige cultuurtijden waren literatoren nog niet met tomaten bekogeld. Een gat. In de revolutiemarkt. Het Manifest bepleitte leesbare literatuur voor ‘domme en slimme en bange en geile mensen’. Zij ‘De Zeventigers’ zouden de burgerlijke letterkundigen met hun ‘geïsoleerde taaibrij’ voor ‘volgzame kinderen rechtstreeks aanvallen.’
De Zeventigers wilden meer vrije marktwerking. Om de lezersvraag een kans te geven. Vooral gericht tegen gesubsidieerde ‘wartaal’. Tijdschriften als Raster, experimentelen als Polet. Ontoegankelijke boeken en schrijvers door kongsi's van uitgevers subsidiegevers en meesters in stand gehouden ter afschrikking van consumenten. Waarbij moderne debutanten zeldzaam aan de bak kwamen.
Hoe ook – Andriesse’s naam leek daarna gevestigd door de pastiche ‘Zuster Belinda en het geheime leven van Dokter Dushkind’, feuilleton in De Nieuwe Linie, en ‘Beweren en bewijzen zijn twee: 54 beweringen’, een scherpzinnig pamflet over waansystemen. Beide 1971 maar nog zéér leesbaar. Daarna trad de versukkeling in. Hij produceerde weinig en wat kwam werd niet als interessant gewaardeerd. Hij moest leuren. Uitgever Joost Nijssen, ook liefhebber, zat hem achter de broek. Om kwaliteit te leveren. Wou hem per se uitgeven. Maar - vertelde Joost - 'steeds als ik aanbel, doet een ander jong ding open. Hemzelf krijg ik niet te zien.'
De roddelpers ziet dat anders. 1972 liep zijn echtgenote Jozefien over naar de concurrent, Jeroen Brouwers. Dat heeft Peter geknakt. Jarenlang was hij slechts in staat tot werk met een korte adem. Vaak grappig – in studentenblad Propria Cures onder pseudoniemen gepubliceerd. Daarna was zijn uitgeefkrediet verlopen. Miskenning restte. Met overleefpogingen door eigen tijdschrift Kamikaze.
Dat zijn naam toch bleef circuleren danken we aan Jeroen Brouwers. Die bleef en blijft hem belangwekkend genoeg vinden om te noemen. Of is het schuldbewustzijn? Van hem de volgende anekdote.
Peter debuteerde met het bekroonde ‘Verboden te jodelen’(1969). Voor vrije publiciteit schreef Peter overal op toiletten zijn titel. In een bekend hoofdstedelijk café schreef iemand er toen onder 'ANTISEMIETEL!’.
Daarom opbeurend sensationeel nieuws: er komt een nieuwe Andriesse na twintig jaar luwte. Dat ik dat nog mag meemaken. Donderdagavond 24 april wordt in Haarlem ‘De rode kimono’ gepresenteerd. Met radio-interview. Wie erbij wil zijn - reserveer via de Knipscheersite. **
Zaterdag 03/05/2014 signeert Andriesse in Café Bern, Nieuwmarkt 9 – 16.00 tot 17.30. Articuleer nadrukkelijk want de sympathieke auteur is nog steeds links stokdoof.
* http://www.dbnl.org/tekst/kool002werk01_01/kool002werk01_01_0098.php#a002
** http://www.indeknipscheer.com/boekpresentatie-de-rode-kimono-van-peter-andriesse/
Zie ook: http:// http://hetvergete...9/08/peter-andriesse-1941.html
Schrijver: Jos Zuijderwijk, 19 april 2014
Geplaatst in de categorie: literatuur
Maar toch even nog, ik mis ook jouw gekke humor wel, want die heb je ook -;)!
"Gezelligheid troef", roman uit 1977 van Peter Andriesse met als ondertitel: Geschiedenis van een scheiding.
Het gaat over Peters ex-vrouw en de beginnende romance van een begerige Jeroen Brouwers die Peter zijn vrouw aftroggelt. Het boek wordt in veel recensies meedogenloos afgekraakt maar ondanks dat laat het zich heerlijk lezen. Dat komt niet alleen door de zeventiger jaren sfeer, de humor maar vooral omdat Andriesse een geboren verteller is die ook over het ogenschijnlijke 'hier gebeurt niets' de lezer weet te boeien. De roman is een sleutelroman waarbij andere schrijvers te herkennen zijn als Hans Plomp en Mensje van Keulen.
Leuk die anekdote over Nijssen, die de auteur maar niet aan de voordeur ziet verschijnen, maar in plaats daarvan steeds een andere, jonge minnares. Wat ik overigens betwijfel.
Heeft Jeroen Brouwers inderdaad zijn vrouw Jozefien ingepikt? Man, wat een mooi gegeven, dat had hem niet moeten doen knakken, maar juist doen opveren en in literatuur doen omzetten!
Je was dus ooit samen met hem pompbediende bij een Shell-station. Tja, dat verbroedert. Net zoiets als ooit dienstplicht. Ik krijg ook de indruk, dat je tegen hem op kijkt. Niet doen. Nergens voor nodig. Dat jij in café Bern zal zijn, is net zo gewichtig als zijn bibberende handtekening in 'De rode kimono'!...