Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

Roos

Er zijn zo van die dingen die je bij blijven na een weekje vakantie in je eigen woonplaats. De rust die je ervaart. Bijna ga je hopen dat al die mensen niet meer terugkomen van vakantie.

Niet erg aardig, maar wel heerlijk.

Bijna geen knetterende scooters op straat of verlaagde geblindeerde auto´s met knalharde 'muziek' of andere gehaaste medemensen. Ik kan niet ontkennen dat zelfs een supermarktbezoek ontspannender wordt. 

Er lopen wat mensen ja. De meeste rustig winkelend. Bij binnenkomst hadden zij, net als ik, de hangende kassameisjes gezien. Geen rijen bij het afrekenen. 

Heerlijk dus.

Eenmaal aangekomen bij mijn kassa trof ik toch een soort rij aan. Er was een vrouw aan het afrekenen en ik voelde wat misverstanden op afstand. Maar nog geheel in het ritme van de normale doordeweekse dagen haastte ik me om alles op de band te leggen. Daardoor verloor ik mijn concentratie. Toen ik alsnog met licht zweet op het voorhoofd naar mijn boodschappen keek, zag ik Roos.

Roos ja.

Roos was mijn cassière deze middag. En begrijp me goed: alle hulde aan cassières! Dat zij, keer op keer, met een stalen gezicht het 'bonuskaart/betaalzegel-riedeltje' kunnen opdreunen, vind ik bewonderenswaardig. Zonder iemand te willen beledigen denk ik dat je voor het werk achter de kassa niet HBO opgeleid hoeft te zijn.

En dat was Roos ook niet.

Ze scande de etenswaren met een onervarenheid die zelfs mij opviel. Ze pakte bijvoorbeeld de zak spinazie van de vrouw voor me vast, alsof ze voor het eerst in haar leven verpakte groente zag. Ze keek ernaar, wat je er eigenlijk mee moest. Daarna haalde ze het gehaast over de scanner en plofte de zak aan de andere kant gauw neer. Alsof iemand haar betrapt had.

En dat was ook zo.

Toen ze de vrucht in haar handen pakte, die de slanke jongedame graag wilde kopen, leek het alsof ze de giftige appel van Eva beet had. Zenuwachtig keek ze naar het voedsel en daarna naar haar computer. Blijkbaar haar steun en toeverlaat in moeilijkere tijden. Ze tuurde op het ding alsof ze een wiskundige formule aan het oplossen was. Ze haalde haar hand door haar pluizerige krullen. Hiermee probeerde ze denk ik haar vrouwelijkheid te accentueren om haar onzekerheid te maskeren.

Dat mislukte.

Ze keek nog eens naar het bruin-groene ding in haar hand. De klant, die ik nu eens goed bekeken had, fronste haar perfecte gezicht. 'Is dit een pruim', flapte Roos er ineens uit. De vrouw vertrok geen spier. 'Een avocado', kaatste de vrouw meteen terug.

Mijn hersenen juichten van genot. Ik was getuige van een briljante scene! Ik weet niet wanneer u voor het laatst een avocado heeft gezien? Maar op een pruim lijkt hij allerminst! Toen Roos uiteindelijk klaar was met haar scanwerk, mocht ze het riedeltje gaan opdreunen. Dat ging met horten en stoten. De knappe vrouw voor me, met een paardenstaart waar zelfs paarden jaloers op zijn, gaf Roos geen ruimte meer om een fout te kunnen maken. Dat deed het meisje achter de kassa nog wel even. Bij het oplezen van het eindbedrag. Maar wees nu eerlijk, zevenentwintig en tweeënzeventig lijken ook heel erg op elkaar. Net zoals pruimen en avocado´s!

Enigszins zenuwachtig keek ik hoe Roos mijn boodschappen betastte. Zonder kleerscheuren kwam ik van mijn contact met haar af. Toen ik de winkel uit wilde stappen, deed ik dat toevalligerwijs op hetzelfde moment als mijn voorganger bij de kassa. Ik kon het niet meer uithouden en zei tegen haar: 'Geniet van je pruim vanavond': tegelijkertijd proestten we het uit. Alsof we een stel pubers waren.

Net zoals Roos.

Schrijver: Gustaf Kreuz, 9 augustus 2015


Geplaatst in de categorie: vakantie

4.0 met 1 stemmen 188



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Gabriëla Mommers
Datum:
9 augustus 2015
Leuk geschreven column, graag gelezen!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)