Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

Wieldop

Op zich vind ik het systeem wel mooi: de één zijn rommel, de ander zijn nieuwe spullen. De tweedehandswinkels, die het collecteren en aanbieden, schoten met de crisis uit de grond. De economie trekt weer aan en ik ben wel benieuwd of deze winkels daardoor ook weer verdwijnen.

Zo ver is het echter nog niet.

Gisteren was ik in een kringloopwinkel. Het was één van de grotere in de regio waar ik woon. Ik 'was mee'. Zelf word ik niet erg opgewonden of blij, als ik in een koude bedrijfshal oog-in-oog kom te staan met het groen-gele bankstel van Tante Bep en Oome Ed. De kinderen hebben Bep in een aanleunwoning geplaatst, nadat Ed plotseling overleden is. De nieuwe woning van Bep is niet zo groot en daardoor kon het jaren-tachtig bankstel helaas niet mee. Ik sta wat verbouwereerd te kijken naar het meubelstuk. Ome Ed zat graag aan de rechterkant, gezien de aflopende zitting aan die zijde. Het zou goed kunnen zijn, dat in de spleet in het midden van de kussens nog wat borrelnootjes te vinden zijn. De kleinkinderen, die in diepe rauw het bankstel hebben aangeboden bij de enorme roldeur van deze loods, hebben waarschijnlijk niet enorm gepoetst, voordat ze de bank inleverden. Net voordat mijn hersens de dialoog willen beginnen, die plaats moet hebben gevonden tussen de kleinkinderen, loop ik verder. De strekking die ik wilde uitdenken was 'we geven het toch gratis weg?'

Verderop staat mijn vijfjarige en autogekke zoon zich te vergapen aan een paar autobanden.
'Papa kijk!' roept hij blij uit.
'Autobanden!' Hij wijst duidelijk naar de vier of vijf banden die in deze hoek liggen. Ik moet zo'n tien minuten binnen zijn geweest. Mijn conclusie over de kwaliteit van de winkel had ik al getrokken. Maar ik wilde de sfeer nóg niet bederven. Zeker niet nu mijn dolgelukkige zoon gewoon verder ging:
'En kijk papa: Wieldoppen! Ahhh.. mag ik er één? Alsjeblieft?'

Mijn vaderrol raakte in conflict met mijn rol van individu. Die laatste vond, dat ik niet in deze winkel had moeten zijn. Hij waardeerde mijn inzet, maar wilde me zo snel mogelijk weer naar buiten loodsen. Weg van al deze onhygiënische rommel. De papa in mij zag de enorme blijdschap van mijn zoontje. Maar als vader wist ik ook, dat ik geen bekraste wieldop ging afrekenen bij het dikke mevrouwtje achter de kassa, dat ons bij binnenkomst olijk groette. Als katholiek opgevoede jongen begon ik van binnen ineens te bidden. Ik behoud mijzelf het recht voor op het geloof terug te vallen als ik in een absolute noodsituatie zit. Mijn vrouw is liefhebber van dit soort uitjes. En zij moest ergens boven op de kledingafdeling lopen te struinen. Zij wist nog niet, dat ik geen spullen uit deze onverzorgde winkel in mijn auto ging toestaan. Het vooruitzicht haar met een arm vol kleding aan te zien komen lopen, maakte me ineens nog standvastiger. Nadat ik 'Amen' had gemompeld keek ik mijn zoon aan. Aan zijn blik zag ik dat hij er intens van overtuigd was, dat ik hier tweedehands automateriaal voor hem ging kopen.
'Ik ga geen wieldop voor je kopen jongen,' zei ik op vriendelijke doch rechtvaardig toon.
'Aaahhhh.. wáárom niet?' vroeg mijn zoon echt geïnteresseerd. Zijn wereld viel in duigen. En ik was degene die moest gaan uitleggen aan een peuterbrein 'waarom papa geen met smeer besmeurde autowieldop wilde kopen voor hem, want hij was toch lief geweest'.
Het stoom kwam nu ongeveer uit mijn neusgaten, omdat ik mezelf had toegestaan hier te zijn. Er was maar één oplossing en ik moest nog redden, wat er te redden viel.
'Kom op jongen. We gaan mama zoeken en dan naar huis.'

Schrijver: Gustaf Kreuz, 20 november 2016


Geplaatst in de categorie: economie

3.5 met 2 stemmen aantal keer bekeken 220

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)