Rituelen
Elke nacht lopen we voor het slapen gaan een rondje.
De kater, de hond en ik. Drie mannetjes.
Altijd na twaalven, soms tegen drie uur. Niet later.
Soms staan we samen te pissen tussen de bomen.
Onder de heldere sterrenhemel; in de kou; als het mild en zacht is buiten; als het miezert, mist of muisstil is; zelden gaat het niet door.
Vaak doen we hetzelfde blokje, als een afgesproken ritueel.
Af en toe verrassen we elkaar door de richting te veranderen.
Met de klok mee of tegen de klok in.
Achter door de struiken naar de stille straat langs de bosrand. Dan linksom en via het bosperceeltje naar huis terug.
Ik loop hoorbaar, maar zachtjes genoeg, op m'n onbewerkte klompen.
De buurt weet dan dat wij het zijn.
We hebben geen vaste tijd, maar voelen aan wanneer het zover is.
We wachten op elkaar als er belangrijke sporen onderzocht moeten worden.
Als de kater het op z'n heupen krijgt en weg sprint. Of de boom in schiet.
Bij tegenliggers en spookrijders (praktisch nooit), onverwachte nachtbrakers, of verdacht geritsel in het struikgewas, is de afspraak dat ik de leiding neem en zorg dat iedereen veilig is.
Over het fietspad aan de voorkant is altijd riskant, dan blijft de kater vaak achter.
Om daarna als een weggeschoten thunderbolt van elastiek ons voorbij te flitsen.
Twintig meter in twee seconden. Als de Marsipulami met z'n staart in een krul.
Dit ritueel is een belangrijke basis voor onze onderlinge vertrouwensrelatie.
Het kweekt een gevoel van samen. Het stelt onze innerlijke levens gerust.
Halverwege krijgt de hond een markiesje. De kater vindt dat prima. Die houdt er niet van. Die wordt intussen immers geaaid. Gaat vaak even liggen zodat ik bij z'n buik kan.
Drie rare musketiers. Zullen nooit iets veroveren. Bavink, Koekebakker, Hoyer, de Dichter, Japi..
Zoek maar uit. Er hoeft niets te gebeuren. Alles gebeurt al. Da's meer dan genoeg.
Uitvreters zijn we. Onschuldige, op de nacht en het mysterie van de sterren afgestemde dolers.
We kijken zó het universum in. Dat blinkende lichtje daar is de troon van god. Hij is niet thuis. Is bezig aan de rand van het universum om meer ruimte te maken.
Voor vredige wezens als wij. En nieuwe varianten.
Hij weet dat wij er zijn, zoals wij weten dat hij er is. Zij. Hoeft geen kopieer-organen.
Wij lopen gewoon wezen te wezen. Blij met elkaars gezelschap en vertrouwen.
Goed dat we hier zijn.
Met onze simpele, rijke, ondoorgrondelijke rituelen.
Ik voel dat het bijna tijd is. Dat beneden de hond praat in z'n slaap en de kater z'n oren spitst.
Eerst dit wegsturen..
Geplaatst in de categorie: dieren