Droom
Een grote pot thee gezet.
Twee piramidezakjes erin met gemalen hout.
Zoethoutpulpextract.
Smaak doet herinneringen in jeugdflarden met dropwater bovendrijven.
De geest is als een groot, diep waterreservoir. Een bassin, een bastion.
Herinneringen zijn in deze binnenzee opgelost als plankton.
De walvis van ons bewustzijn waart er 's nachts in rond; quasi willekeurig hapt-ie een wolkje hier en een bodemplantje daar, een sappig stukje wier daar, een exotisch visje hier; en op het scherm, onze 3-D bioscoop van interne virtuele werkelijkheid, paradeert een potsierlijke stoet voorbij van Jeroen Boschsche proporties, waar we zelf, uitgedost als een malloot met veelkleurige narrenkap, uitbundig of heftig tegenstribbelend in meemarcheren.
Een wonderlijk gebeuren: volkomen, volkoren werkelijk totdat je wakker wordt.
Ik liep net nog rond in een oude ruïne van een kasteel en werd opgepikt door een zevenpersoonstandemfiets voor reuzen, waar ik meetrappend op meeliftte.
Bij een stoplicht stonden we, de zes reuzen en ik, de fiets gevaarlijk naar één kant overhellend, achter een wagen met open laadbak vol bloemen en planten, waaruit ik een bos bestelde dat de verkoper naast ons op straat wierp, waarna de wagen weghobbelde en ik moest kiezen tussen de bloemen oprapen of de fiets niet langer ondersteunen die dreigde om te vallen...
Dus ben ik nu, vroeg in de nog autoloze ochtend, maar een pot thee gaan zetten om bij te komen van dit uitputtende avontuur.
Een kermis, een mallemolen, een fantasmagorie, een mary-poppins-caroussel van door de walvis opgezogen, door elkaar gehutselde en in schijnbaar willekeurige volgorde aaneengeplakte fragmenten, die als een fontein van filmbeelden uit de ingewanden van het duistere onderbewustzijn naar het chiaroscura, de deemstering, de twilight zone van het semi-bewustzijn zijn opgespoten, zodat ik me, wakker geworden, kan herinneren waar ik ben geweest. In de geest.
Zodat ik, als Jozef of Daniël, de puzzelstukjes koffiedik kan rangschikken en duiden om de berichten uit mijn, of de collectieve, diepere lagen te ontcijferen.
Misschien dromen we omdat we met ons dagelijkse, alledaagse verstand geen oplossing of uitweg weten te vinden uit de contradicties en absurditeiten van de ruïnes der beschaving waarin we, als groteske reuzen, op een wankele zeven-mijls-tandem, onze gedwongen collectieve dwazenmansrit door het moderne verkeer van de hedendaagse wereld laveren, op zoek naar schoonheid en natuurlijkheid die ons af en toe wordt toegeworpen door een anonieme zwerver vanaf de laadbak van een voorthobbelende boerenwagen..
Geplaatst in de categorie: overig