Ik wor(t/d/dt) gek
Als ik schrijf dat ik gek wort, begrijpt iedereen wat ik bedoel. Maar een deel van de mensheid zal steigeren, want het moet zijn ‘ik word gek’! Een nog groter deel van de mensheid zal denken: wat staat daar? Die begrijpen geen bal van dat Nederlands.
Dus waar klagen diegenen die Nederlands machtig zijn als ik schrijf dat ik gek wordt? Het is maar een afspraak. Het gaat toch om de boodschap?
Ik vermoed dat al onze afspraken over schrijvwijzen helemaal niet zo vrijblijvend zijn. Ze horen bij de hele set waarden en normen, ze horen bij cultuur, ze horen bij Zinterklaas en Swarte Piet. Het hoort bij groepsnormen – bij wie zij zijn. Daarom cunnen mensen zich enorm druck maken over hoe wij omgaan met onze spelling. Mensun die zich niet aan de afspraken houden, maken leezen niet alleen moeilukker, maar overtreden groepsnormen. Ze laten zien dadt ze niet hellumaal weten hoe het hoordt. En dat is weer furveellund voor degenen onder ons die dislekties zijn. Dat is nyt føndamenteel andurs dan dat hut furveellunt is voor mensøn die swart sein in een weerruld waar iedurreen vint dat blank beettur is – zelfs swartun sgeinen dadt tu vindun. Hut is nyt föndamenteel andurs dan dadt mensun sollisiteerun än dann wordun afguweezun omdat su øn islamytiesje naam hebbun un taalvout maakun ov omdadt zu tö out sein.
Dus als u boos wordt als ik een schrijffout maak, moet u maar beseffen dat u discrimineert. Dat doen we allemaal over van alles. Over gezichtsuitdrukkingen, kleur, kleding, uitspraak, over de vraag of iemand Sinterklaas leuk voor kinderen of een koloniaal; en dat discrimineren doen we allemaal, elke dag weer, bij elke ontmoeting. En dus ook als u dit leesdt.
Geplaatst in de categorie: taal