Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

De vergissing van Asimov en een bekentenis

In mijn jonge jaren verslond ik het boek de Foundaton Trilogy van Isaac Asimov. Ik vond het geweldig. Asimov schiep een wereld, zoals alleen schrijvers en God dat kunnen, van grote rijken en lange geschiedenissen. Het gaat over een wiskundige die uitrekent dat het allesomvattende rijk ineenstort en dat nieuwe Middeleeuwen aankomen. Nu voelde die wiskundige zich verantwoordelijk voor de mensheid, zoals Karl Popper dat ook deed. Over hem later meer.

Die wiskundige die dus de toekomst kon uitrekenen, bedacht vervolgens een plan om die toekomst ten goede te doen keren. Hij kon de Middeleeuwen niet meer voorkomen, maar wel verkorten. Daartoe richtte hij een Foundation op, een Stichting. In die Foundation zou de kennis van het wereldrijk worden bewaard en vanuit die Foundation zou het wereldrijk na enkele generaties weer zijn opgebouwd. Deel twee van de trilogie is de opbouw van dat Rijk en deel drie de zoektocht naar de tweede Foundation, want in een videoboodschap legt de allang morsdode wiskundige uit dat hij voor de zekerheid een concurrent heeft opgericht en dat één van beide het wereldrijk wordt. De uitkomst is verassend en verraad ik niet voor wie het wil lezen.

En wat zegt Karl Popper daarvan? Karl Popper schreef tien jaar eerder het boek The Open Society and its enemies: de open samenleving en zijn vijanden. Daarin doet hij een filosofische aanval op de grondleggers van het denken van het fascisme van Hitler en het communisme van Stalin. Popper noemt het boek zijn war effort – hij had het in 1943 af, maar kreeg pas twee jaar later een uitgever zo gek om het te publiceren. En toen bleek het een meesterwerk, maar goed, daar gaat het hier niet om.

Karl Popper stelt dat de wetenschap niet kan uitrekenen hoe we moeten samenleven. Hij komt dus tot een honderd procent omgekeerde conclusie dan Asimov. Iedereen die een samenleving bedenkt, zegt Popper, maakt een blauwdruk en in de praktijk ontaarden die blauwdrukken in verschrikkelijke tirannieën. Dat was zo in de tijd van Plato en dat is ook zo in de tijd van Hitler en Stalin. Popper zal op zijn best bewondering hebben gehad voor Asimov, maar zijn werk niet serieus hebben genomen.

Het bijzondere is dat ik Popper met evenveel enthousiasme heb gelezen als het werk van Asimov. Evenveel enthousiasme, maar wel een heel ander enthousiasme. Ik heb nu niet meer het onschuldige enthousiasme van een jongen die gelooft in het goede van de mensheid, maar ben nu een oudere man die daar heel genuanceerd over denkt. We willen goed zijn, maar daarbij gaat het soms heel erg mis. En, zo ben ik het met Popper eens, vooral als we vrijheden gaan inperken om een ideale samenleving te maken. Dat is het gevaarlijkst van alles.

Als jongeling vond ik Asimov geweldig. Misschien wel een prachtige toekomst! En nu vind ik het boek van Asimov grappig, spannend, maar fictie. En nu hoop ik dat het dat ook blijft.

Let wel. Een onschuldige jongen was ik ook toen niet. Het boek stond op de boekenlijst voor mijn examen en mijn leraar beweerde dat hij altijd door had als iemand een boek niet had gelezen. Zelfs als die de verfilmde versie had gezien. Tijdens mijn mondeling examen moet ik de hele trilogie (die ik als één boek op de lijst had gezet) vergelijken met het verhaal van Robinson Crusoe dat ik absoluut niet had gelezen. Ik kwam er mee weg. Maar nu, zeker nu ik Popper ook uit heb, durf ik toe te geven dat ik het boek van Robinson Crusoe nog steeds niet gelezen heb.

Schrijver: Jan R. Lønsing, 16 september 2021


Geplaatst in de categorie: actualiteit

4.0 met 4 stemmen 199



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)