Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

Niet om te lachen

Over schoonouders worden een hoop grappen gemaakt, maar om die van vriend Hendrik valt niet te lachen. Gert en Bertie mogen als schoonouders dan geen lot uit de loterij zijn, veel erger is het om ze als ouders te hebben.

Gert is een ex-zeevaarder en niet al te gelukkig op het vasteland. Een man van twaalf ambachten en dertien ongelukken. Bertie is ook de vrolijkste niet als kind van een strenggelovige vader en moeder. Toch hebben ze het samen een paar keer leuk gehad, want Gert en Bertie kregen twee kinderen: Anna en Stefano. Een gelukkig gezinnetje die eerste jaren, meent Anna zich te herinneren. Dat veranderde toen Bertie op voet van oorlog kwam te staan met de kerk waar ze koster was. Rechtzaken werden aangespannen en verloren en onder de toorn en verbittering van Bertie vervreemdde het gezin steeds meer van de rest van het dorp. Een verhuizing was onvermijdelijk. In plaats van God en de kerk de rug toe te keren, radicaliseerde Bertie. Ze dweept nu met televisiedominees van het type Johan Maasbach.

Zoals wel vaker in huizen waar God het hoogste woord is, was de liefde ver te zoeken. Waar was die God trouwens toen Gert zich aan zijn inmiddels puberende dochter vergreep? Bertie zag het niet of wilde het niet zien, druk als ze was met kweken van gif en het zaaien van haat. Bertie keek ook niet toen Anna eenmaal op kamers haar eigen leven niet op orde kreeg. Een klein beschadigd meisje zonder eigenwaarde, zonder jeugd en met een onheilspellende toekomst voor zich. Anna versleet vriendjes, psychologen en therapieën bij de vleet.
Zelfstandig leven, kostte Anna ook in materiële zin de nodige moeite. Schulden stapelden zich op en deurwaarders trokken steeds vaker aan de bel. Anna deed niet open, maar verschool zich achter de bank. Het enige waar haar ouders over klaagden was dat ze zo weinig thuiskwam. En Anna deed haar best haar ouders niet tegen de haren in te strijken. De waarheid spreken of de band verbreken, dat heeft ze nooit gedurfd.

Pas een jaar of vijf geleden kwam Anna’s leven in wat rustiger vaarwater toen ze Hendrik leerde kennen. Hendrik was niet zo familieziek en Anna durfde zich gesteund door haar nieuwe zekerheid voor het eerst los te worstelen uit de beklemmende ouderlijke greep. Ze zag haar vader en moeder steeds minder, maar definitief loslaten was er niet bij. Elke telefoontje of ontmoeting leidde tot spanningen, tranen, harde woorden en verwijten over en weer. Een gezinstherapeut moest uitkomst brengen. Anna’s vader toonde berouw, maar Bertie bleef haar best doen de incest te ontkennen en vond dat haar dochter niet zo in het verleden moest blijven hangen.

Vorige maand luchtte Bertie haar hart in een brief van zes kantjes, omdat ze niet was uitgenodigd op de verjaardag van haar dochter. Al het opgekropte gif, alle bitterheid, alle verwijten maakten van de vrouw Anna een klein zielig hoopje mens. Hendrik, de huisarts en de psycholoog schrokken zich een ongeluk. De pillen die zijn voorgeschreven, slaan nog niet zo erg aan. Anna wordt heen en weer geslingerd tussen woede en een diep duister verdriet.
Hendrik heeft al dertien scenario’s de revue laten passeren, waarmee voor eens en altijd een eind wordt gemaakt aan deze terreur. En ergens begrijp ik zijn extreme overpeinzingen wel. Het zullen je (schoon)ouders maar wezen.



(de namen in deze column zijn gefingeerd)

Schrijver: Harry van Dooren, 11 april 2007


Geplaatst in de categorie: familie

4.4 met 19 stemmen 1.295



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)