Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

Liesbeth

Hoe overbrug je een periode van bijna 32 jaar? Dat is een vraag waar ik me deze week voor gesteld zag. De aanleiding sla ik over. Feit is dat ik verrast werd door een mailtje van een ex-klasgenote uit mijn middelbareschooltijd. Net als ik deed ze eindexamen in 1977. We zaten de laatste drie jaar van het gymnasium bij elkaar in de klas. We waren immers beiden echte alfa’s en die vormden vanaf de vierde samen een klas. Een klas die voor een derde uit jongens en voor twee derde uit meisjes bestond.

Bijna de helft van onze lestijd ging naar de klassieke talen. En de meesten van de klas hadden geen wiskunde in hun pakket. Ik heb in de vierde nog een tijdje ‘wiskunde tweede niveau’ geprobeerd, maar daar mocht ik op een gegeven moment ook weer mee stoppen. Je kon in die tijd nog een gymnasiumdiploma halen zonder wiskunde. Al hadden we in de ogen van de jaargenoten uit de bètaklas een pretpakket, daar maalden we niet om. En terecht. Met relatief veel klassieken en weinig wiskunde in mijn bagage ben ik behoorlijk gelukkig geworden.

Ik denk dat dat voor Liesbeth ook geldt. Zo heet mijn ex-klasgenote. Het was een mooie meid destijds. Dat wist ik nog, omdat haar beeltenis van toen al die tijd in mijn geheugen opgeslagen lag. Maar het werd ook bevestigd door de foto’s die ik in een album uit die tijd heb opgezocht. Op een van die foto’s zitten we samen op de trap van het gemeentehuis van een Duitse stad. We zaten toen in de vijfde en hadden een uitwisseling met onze partnerschool. Ik zit te kijken naar mijn spiegelreflexcamera, een Praktika LTL, die ik kort daarvoor van zelf gespaard geld had aangeschaft. Liesbeth, met haar prachtige weelderige haardos, zit met een brede lach en een hemelse blik naast me. Onze schouders raken elkaar. We lijken wel een stelletje.

Dat zijn we nooit geweest. Misschien heeft mijn hart dat best ooit gewild, maar mijn hoofd wist dat het onmogelijk was. Liesbeth was niet alleen een beetje ouder dan ik, maar vooral in alles veel verder, veel rijper. Ik was nog echt een broekie, dat thuis ook nog eens behoorlijk kort gehouden werd. Liesbeth kwam uit een milieu waar veel meer mocht en kon. Ze was in mijn ogen vrijgevochten. Als ze destijds al een vriendje had, was die verschillende jaren ouder en had die ook veel langere haren. Desalniettemin was ze ook tegen broekies als ik altijd bijzonder aardig. In het betreffende geheugenlaatje liggen louter leuke herinneringen aan haar.

Na de middelbare school zijn we, geïnspireerd door een bijzondere leraar, beiden Nederlands gaan studeren. Ik ging naar Nijmegen, weliswaar op kamers, maar op fietsafstand van het ouderlijk huis. Liesbeth ging naar Groningen. Zij wilde juist zover mogelijk van thuis zijn. Ik kan me niet herinneren dat ik haar na diploma-uitreiking en examenfeestjes nog ooit gezien heb.

En dan heb je na 32 jaar plotseling mailcontact. Net als ik heeft ze van de Neerlandistiek haar vak gemaakt. Net als ik heeft ze drie kinderen en is ze nog steeds bij haar partner, een Fries. Voor mij duurt het nog een paar maanden, maar zij is de magische grens van vijftig al gepasseerd. Ze schrijft daarover: “Ik weet niet of dit voor mij oud voelt of niet: in ieder geval moet ik er nieuwe beelden bij verzinnen. Vroeger waren mensen van vijftig in mijn beleving ouder dan tegenwoordig, maar echt piep voel ik me nou natuurlijk óók weer niet!”

Met de foto van toen voor me verzin ik beelden bij hoe ze er nu uit zal zien. Zal de onbarmhartige tijd haar enigszins gespaard hebben? Ik denk, hoop, van wel.

Schrijver: Hans Manders, 15 maart 2009


Geplaatst in de categorie: tijd

3.0 met 4 stemmen 305



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)