Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

Kinderen van onze tijd,

Eerst leek het vreemd dat waar BIBEB voor stond jullie, de generatie van nu, niks zei. Bij nader inzien toch niet. Het idee dat we iets kunnen opsteken uit een breed en diepgaand interview op papier sterft uit. Helaas naar mijn idee: het biedt de kans op een soort integere aandacht voor mensen. Om ook over onszelf te leren. Het past in de humanistische traditie.

De kwalificatie ‘Moeder aller interviewers’ waarde door de kranten. Zij was zeer geliefd bij ons, lezers, door haar vermogen uit vriend en vijand ook voor henzelf onvermoede punten boven te halen. Met haar brede intuïtieve psychoanalytische aanpak en haar eigen wil tot afwezigheid. Soms bleef dat bij zwevende duidingen, vaak leidde dat echter tot nieuws. We gingen mensen anders bekijken.

Wie was niet tuk op haar interviews? Men las ze vaak meerdere malen. Daar komt bij dat de bekenden die ze interviewde ook zonder haar al echt iets voorstelden. Kom daar nu eens om bij Sterrenslag of bij interviews in de media. Aan Sissings, Kramers of Gordons valt niks door te prikken.
Prominenten in dit tijdsgewricht stellen vaak inhoudelijk weinig voor of weten dat grondig te verbergen. Al dan niet getemd door trainingen.

Hebben ze in de misère gezeten, zijn ze uit hun dak gegaan - wat vaak nauwelijks voorstelbaar is - dan is dat glad gestreken in de CV. Papkindjes misschien, hoe dan ook de Rutjes Katjaatjes Guusjes JeePeetjes ze delen een uiterst flauw profiel. Terwijl kleurrijke mensen die iets te vertellen hebben van alle tijden zijn. Ook nu zijn ze onder ons, vroeger was echt niet alles beter. We moeten ze nu alleen zelf zoeken.

Om te checken of dat waar is haalde ik haar bundel BIBEB – Interviews 73-77 - uit de kast op. En ja hoor, allemaal personen die zonder vernissage vanuit zichzelf spraken. Persoonlijkheden die zonder trucs voor eigen inhouden stonden. Vanuit haar interviews geef ik hier een aantal persoonlijke schetsjes waaraan iedere tijdgenoot ze kan herkennen.
Een hommage aan Bibeb, Elisabeth Maria Lampe-Santberg (15/06/1914 – 18/01/2010). Haar werk mag niet worden vergeten.
Negen miniportretten aan haar ontleend:

De cartoonist, werd in de oorlog, nadat zijn door de bezetters tot jood verklaarde compagnon was verraden, ontoerekenbaar verklaard, zodat hij zijn strip kon stoppen om door te drukken. Veel last daarna van zijn overbezette duim. Verhuisde naar het meest ideale striplandschap van Europa. Dat van de Pookahs die de richtingaanwijzers omkeren. Las zelf nooit strips.

De jazzmusicus wiens vader elke vrijdagavond met twaalf broers onder veel geschreeuw kaartte en die zijn orkest ontbond terwijl de rest gewoon doorging zodat hij alleen bleef waarna de ellende opgediend werd met boter en suiker door het trio Louis van Dijk.

De Telegraafcolumnist, kon ontiegelijk veel tegelijk, schreef in 18 jaar 5000 artikelen, marxist die als hoogleraar psychologie in Montevideo homo’s genas, haalde in een half jaar geen 21 doctoraals voor een weddenschap vanwege tijdvretende practica, testte de kleinzoon van de Negus van Ethiopië gratis.

De hoofdredacteur die als kind de minister-president interviewde, voor Colombo de kabinetsformatie in zijn achtertuin verzette en uit gevoeligheid na de dood van King en de Kennedy’s zijn promotie uitstelde. En Piet Grijs nooit in zijn redactie zou binnen laten. Tevreden over zijn kijkcijfers die gunstig afstaken bij die van Barend Servet.

De Cabaretster, van eerlijke arbeiderskomaf eerst niet voor de lol op de wereld poepend en brakend op kantoor, kreeg schijt aan dronken Naatje, ging volgens recensies na haar Egotrip steeds meer gillen terwijl ze zelf de hoge c zong. Nooit bij de film omdat als ze zei ‘zijt ge serieus’ iedereen begon te brullen.

De PvdA-minister die de raketten voor zichzelf hield, Luns de goal in wilde trappen, Joop den Uyl de grootste nationalist vond die er bestond en in Straatsburg de asbak door de spiegel gooide. En daarmee zijn KVP-collega Jim Janssen van Raaij die ook geen glas liet staan op een haar na miste.

De Kroonprins, in de oorlog op 18 onderduikadressen waar hij op één op 15 augustus, geboortedag van Joop den Uyl, bijna katholiek werd na maandenlange rozenhoedjes, vaak later als schildknaap gezien van de premier, gejaagd en onrustig als er niks aan de hand is, razend bij een mislukte biljartstoot, romantisch bij verliefdheid. Bezig met de Lange Mars.

De Prinses, vergat stambomen, kickte als kind op ‘Rode dansschoentjes’, legde een lange weg af naar de katholieke kerk. Waarna het geloof in haar opbloeide. Getrouwd met een man voor wie ze op de top van de Montejurra de berg van het volk een beroemde toespraak hield. Tussen de kruisen en baretten. Toespraak die ze uit een knipsel zelf vertaalde.

De dichter, die zich uit de knapzak van zijn overgevoelige jeugd dichtte tot fabeldier in een frisse vrolijke wereld dat wist wat we misten: savoir vivre, tegen de grote dingen dingen aankijken alsof je er in woont. Gedichten waren voor hem gecastreerde signalen van contactgestoorde mensen.


Allemaal mensen die geen introductie laat staan een inleidend stuk nodig hadden. Ze stonden er al.
Welnu kinderen van deze tijd, lees deze schetsen maar voor aan pa moe opa oma oom en tante: als ik gelijk heb herkennen ze ze allemaal. Jullie kunnen checken of we bij de tijd waren.

Het waren achtereenvolgens:
Marten Toonder; Willem Breuker; drs. H van Praag; dr. Ferry Hoogendijk; Jasperina de Jong; Henk Vredeling; Ed van Thijn; Prinses Irene; Gerrit Komrij.

Schrijver: Jos Zuijderwijk, 30 januari 2010


Geplaatst in de categorie: individu

4.5 met 4 stemmen 582



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)