Wilsverklaring
Zo moet het gaan als ik er niet meer ben. Eerst zal men met verstomming geslagen zijn. De voeten aan de grond genageld. Dan zal er hysterie zijn. Vrouwen zullen janken zoals ze dat alleen in verre landen doen, de armen wild om zich heen slaand, daarna naar de hemel gericht, waar ik voor altijd zal zijn. Geen rivier zal breed genoeg zijn om al hun tranen weg te voeren, geen zee zo diep als hun tranendal. Geen man zal zijn verdriet kunnen verbergen. Men zal stil zijn, verslagen. Hun grote voorbeeld, hun alles is niet meer. Kinderen zullen het verlies hun hele leven meedragen, als een juk op hun veel te frêle schouders. Geen gras zal nog groen zien, geen wilg niet treuren. De straten zullen grijzer zijn dan op de meest mistige herfstdag. Het zonlicht zal niet meer welkom zijn, de regen des te meer. De winkels zullen gesloten zijn, op maandag, maar ook op dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag en zaterdag. Niemand krijgt nog een hap door zijn keel. En die krop gaat nooit meer weg. Met zal mij vereren, aanbidden, men zal standbeelden optrekken in elke stad die naam waardig, herdenkingsdagen organiseren, straten naar mij noemen, pleinen vol zetten met bloemen. Ik zal heilig verklaard worden, want zalig was ik al. Zo moet het gaan als ik er niet meer ben.
Ik moet nog minstens een week in het donker liggen.
Geplaatst in de categorie: ziekte