Inloggen
voeg je dagcolumn toe

Dagcolumn

Werkelijkheid

Wat ons als collectief de laatste paar jaar bezighoudt, is het fenomeen van fake news.
Zoals altijd met verdieping van inzichten gebeurt, dringt het vage vermoeden dat er iets aan de knikker is, eerst door tot één of enkele personen.
Die delen hun inzicht met de eerste ring van bekenden, gespreksgenoten, familieleden of vrienden, en langzaamaan sijpelt er steeds meer 'circumstantial evidence' door die het vage beeld meer contour en contrast geeft.
Op zeker moment is de weight of evidence, de hoeveelheid aanwijzingen, bevestigingen, zo groot en overtuigend dat het idee doordringt in de wandelgangen van de maatschappij.
Dat is mooi voor de informatie-media, omdat die dan weer maandenlang stof hebben om het hele land in een Sahara te veranderen van tegenstrijdigheid -hun reden van bestaan-.

Dus toen ik nadacht over de inhoud van deze column, besloot ik om niet verder toe te voegen aan deze oneindigende pendule van tijdverspilling, maar me daarentegen bezig te houden met het meta-niveau van de meningenschermutselingen waarmee de kranten en tijdschriften tegenwoordig gevuld worden.
Hoe kun je verifiëren of datgene wat je denkt en wat je hebt geadopteerd in je overtuigingencatalogus waar is of niet? Is er een onomstotelijk criterium te vinden waaraan een idee getoetst kan worden op zijn waarheidsgehalte?

Ja, dat is er.
Het heet: de onontkoombare werking van de natuurwetten.
Om dat te staven heb ik, speciaal voor mijn familie, een populair lied vertaald uit de prachtige traditie van de Music Hall uit de jaren '20 in Engeland.
Het is een illustratie van de dwingende kracht van de natuurwetten via het voorbeeld van de kracht die we zwaartekracht hebben genoemd.

Voor u, uniek en als wereldpremière, volgt die tekst hier integraal, vrij van copyrights.
Zoals men zei: ter leeringhe ende vermaecke

(Maar vergeet u daarbij niet dat er niets anders is dan de werkelijke werking van de werkelijkheid om datgene wat u denkt aan te toetsen.)

BOUWVAKKERSLIED

Geachte heer, ik schrijf u dit onaangenaam bericht
Op dit moment ben ik niet bepaald een florissant gezicht
Mijn lijf is beurs en bont en blauw, ik lijk op Frankenstein
Dus ik laat u weten dat ik vandaag niet op mijn werk zal zijn

Ik werkte op veertien hoog: er moesten stenen naar beneê
Maar om ze van het dak te gooien leek geen goed idee
De opperman was streng en strikt en gaf ’t bevel -die zak-
‘Sjouw al die stenen naar beneden in je troffelbak’

’t Ging veel te traag: die ladders op en neer met ‘n zware last
Dus ik takelde een krat omhoog en maakte ’t touw goed vast
Maar door mijn haast vergat ik mijn verstand een ogenblik
‘k Had niet bedacht dat ’n krat vol stenen zwaarder was dan ik

Ik maakte ’t touw beneden los: de bak viel zwaar als lood
Waardoor het touw met mij eraan recht naar de hemel schoot
Zo snel als een champagnekurk, maar ‘k merkte tot mijn gram
Dat ‘k halverwege ’t dalend krat met stenen tegenkwam

Dat vrachtje brak mijn sleutelbeen, terwijl het neerwaarts viel
En eenmaal boven kwam mijn hoofd hard tegen ‘t takelwiel
Ik was verstijfd, hield vast, en zag beneden tot mijn spijt:
Het krat was ongeveer de helft van al zijn stenen kwijt

Wel, nu de inhoud voor de helft verspreid lag op de grond
Was ik weer zwaarder dan het krat dus ‘k haastte me terstond
Terug naar moeder Aarde, scheel van pijn, verstijfd en stram
Totdat ik halfweg andermaal met ’t krat in botsing kwam

Dat de kracht van de ontmoeting, wederom op zeven hoog,
Me niet zonder schrammen door liet gaan, hoeft nauwelijks betoog
Terwijl ik ’t touw hardnekkig vasthield, landde ik op mijn gat
Temidden van de steenhoop die gemorst was uit het krat

Ik lag te kreunen op de grond; te vloeken om mijn lot
Maar het krat kwam tegen het takelwiel en de bodem ging kapot
Een stenen regen daalde neer: ’t was teveel voor mijn verstand
‘k Was verlamd van pijn en ’t takeltouw dat glipte uit mijn hand

Het krat, dat nu weer zwaarder was, kwam in vrije val omlaag
En het landde op en om me heen, herinner ik me vaag
Ik brak drie ribben en mijn arm, en al krijg je mij niet gauw klein,
‘k Hoop dat u snapt dat ik vandaag niet op mijn werk zal zijn..

Schrijver: Ton Hettema, 2 juni 2019


Geplaatst in de categorie: overig

3.2 met 4 stemmen 216



Er zijn 3 reacties op deze inzending:

Naam:
Ton Hettema
Datum:
3 juni 2019
Je hebt het taalgevoel van een komodovaraan, de finesse van een wrattenzwijn en de arrogantie van een parelhoender..
Naam:
Ton Hettema
Datum:
3 juni 2019
Wartaal..
Naam:
Karel Jong
Datum:
2 juni 2019
'Die ene trede zag hij tot zijn verdriet net niet. Waardoor zijn platte smoel meer leek op een lek vergiet'. Beetje kreupeldicht van anonieme dichter uit begin van 20ste eeuw.
Gelukkig, dat er naast dit soort werkelijkheden nog toetsingen van meningen bestaan. Toegegeven, het is hard werken geblazen om in de 'meningenschermutselingen' iets van waarheid te vinden. Toch vind ik de toets aan louter natuurwetten wel erg krampachtig. En de tirades tegen gemanipuleerde media als tegenpool een beetje sleets. Al past ook hier dat lezers alert mogen blijven. Grappig, dat ook deze site (maar goed ook) ook een veelheid aan meningen en invalshoeken toelaat. Zo zie je maar.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)