Heilig de landschappen
Frans Banning Cocq meldt zich omdat-ie niet tevreden is. Over zijn afbeelding - te weinig uitstraling. Die neus moet geprononceerder en de baard minder pluizig. Frans pikt het niet. Mag opdrachtgever zelf bepalen hoe hij de geschiedenis ingaat? Of niet soms? Op De Nachtwacht.
Reve zei ‘Ach wie kent nog Tweede van der Helst.’ Reden voor naamsverandering van die straat ooit door een socialist? Vinden wij dat ok dan?
Een heer ziet hoek Mauritskade-Dapperstraat de zon schijnen maar mist 'grauwe, stedelijke wegen' en 'wolken, die omrand door zolderramen, langs de lucht bewegen'. Terwijl het toch een 'miezerigen morgen,’ is en hij klaarstaat om zich daar ‘domweg gelukkig' te voelen. Zoals J.C. Bloem dat beloofde in 'de Dapperstraat'.
Judith Herzberg dichtte ‘Planetarium te Franeker’, Gemaakt door Eise Eisinga (1774-1781):
'Een oude roze non
kijkt naar de schijnbare beweging van de zon
op het blauw houten plafond
en mompelt wonderlijk
wonderlijk dat wat een wol-
kammer in 1780 verzon
zoiets vernuftigs als die Fries
god ook, en nog veel eerder en veel beter kon.'
Wordt dat Planetarium meer Rijksmonument door dit gedicht?
Een oude boer schiet Delfts burgemeester Bas Verkerk aan. ‘Ik ben Poot en ben niet dood. Doe asjeblieft wat aan mijn grafschrift. Die Schoolmeester ís een etterbak! daar kan ik boven niet mee binnenkomen.’
Een – ja ik ga het zeggen - 'wulpse tante' loopt het Louvre in. Zegt 'ik ben Lisa Gherardini. Bij jullie beter bekend als Mona Lisa maar die lacht hemels op dat doek. Ik ben juist aards. Beeldfraudeur die Leonardo Da Vinci!'
Ze lijkt sprekend en wil overgeschilderd. Beroept zich op portretrecht. ‘Desnoods procedeer ik jaren. Wat Oscar Moens tegen AZ en Dirk deed kan ik ook'.
Zwaantje mist in Harlingen 'drievuldig plaveisel, gele klinkers, Gekleurde keien, blauwe, bolle stenen'. Die staan toch letterlijk in Stad aan de Wadden(Simon Vestdijk 1936) vermeld. In datzelfde prachtgedicht: ‘Drie eilanden staan aan de horizon,/Als 't niet zeer nevelt.’ Maar vanaf de eilanden wordt over lichtvervuiling uit Harlingen geklaagd. Dat kijkt toch anders naar die Wadden.
Wie houdt onze kunst in de gaten? Wie bepaalt of het (dienstig) lijkt? De Volkskrant wil landschappen uit de kunst gaan conserveren. Arjan Peters stelde 14/03/2014 voor literaire grond te vrijwaren van windmolens! Zoals Nescio’s Boomgaard der Gelukzaligen. Wolkers Texel. Duinen van Chris van Geel.
Een dag later gevolgd door Ernst Bos, econoom. Die vindt beschilderde groene ruimten bedreigd. Hebben geen economische waarde. Hij wil daarom landschappen op schilderijen beschermde status geven.
Alle twee puur reactionair. Los daarvan ook onwenselijk.
Mijn stellingen luiden:
1. Kunst staat los van de realiteit.
2. Kunst eenmaal vervaardigd staat los van wat het zou voorstellen of inspireerde.
3. Vereeuwigde landschappen hebben minder bewaarwaarde dan nog niet bezongen of beschilderde.
4. Kunst moet je uiteraard niet meer aankomen, is gemeenschapsbezit. Voor je het weet kweken we anders kunstpausen die selectief 'heiligen'. En dus ook ontheiligen.
Geplaatst in de categorie: tijd
Overigens: ik bracht in mijn jeugd en ook daarna veel vakanties door op Vlieland,waar men het huisje kan bezoeken waar Slauerhoff verbleef als hij op Vlieland was.
Dat hij ook Ameland regelmatig bezocht,hoor ik nu voor het eerst.Vergissing?
De kunst is volgens jou belangrijker dan de landschappen, die daar aan hebben bijgedragen. Helemaal mee eens, maar ik kan een intens zielgenot ervaren als ik bijvoorbeeld met mijn rug tegen het woonhuis van Ina Boudier Bakker aan de Oude Gracht in Utrecht zit, wat ik ervaren heb. Of toen ik de tuin van John Keats zag, begreep ik zoveel meer van zijn romantische poëzie. Of toen ik in Parijs in het Hotel d'Alsace naar binnen ging en een blik wierp op het gangenstelsel, zag ik Oscar Wilde als het ware lopen.
Als kind vierde ik vakantie op Ameland en was ik onbewust getuige van het inspiratiegebied van Jan-Jacob Slauerhoff. Zo zijn er vele voorbeelden.
Stel je stellingen niet te rigide, want de omgevingsfactoren hebben de kunstenaars wel degelijk bepaald en zijn als zodanig dan ook op zich kunstzinnigheid uitstralend.